Kwaliteit naleving informatieplicht telt zwaar in uitspraken Kifid over beleggingsverzekeringen
Geplaatst op
28 maart 2016In de categorie
OrganisatieDe Geschillencommissie heeft drie einduitspraken gedaan in de bulk van ruim 400 klachten over beleggingsverzekeringen, die bij Kifid in behandeling zijn. Zij volgen op de einduitspraak in een klachtzaak waarbij de Commissie duidelijk maakt dat het oordeel van het Europese Hof van Justitie in de Van Leeuwenzaak niet leidt tot beperking van de informatieplicht van de levensverzekeraar bij beleggingsverzekeringen. De claim van de consument in die eerste klachtzaak is daarop toegewezen en de verzekeraar moest de afbreuk bij de waarde-opbouw van de beleggingsverzekering compenseren.
Kwaliteit in de naleving van de informatieplicht telt zwaar in de eerste uitspraken van de Geschillencommissie in het omvangrijke dossier beleggingsverzekeringszaken. De informatieplicht over het product en de (beheer)kosten is een veelvoorkomende rechtsvraag in deze klachtzaken. In twee van de drie zaken, tegen respectievelijk AEGON Levensverzekering en Vlieg Adviesgroep Alkmaar, was de informatie vooraf niet alleen van de verzekeraar maar ook van de tussenpersoon wel op orde en is de claim van consumenten dan ook afgewezen. In een andere uitspraak is de vordering van de consument tegen ABN-AMRO deels gehonoreerd omdat de informatieverstrekking door bank en verzekeraar te wensen overliet.
Voldoende informatie
Twee klachten zijn afgewezen omdat de financiële dienstverleners tijdig voldoende informatie over het product hebben verstrekt. In de ene zaak stelde de consument dat hij door zijn tussenpersoon Vlieg Adviesgroep vooraf niet gewezen was op het risico dat de uitkering uit de beleggingsverzekering te laag kon zijn om de hypothecaire geldlening af te lossen. Volgens de Geschillencommissie blijkt uit de verstrekte informatie voldoende dat het onzeker was of de lening met de uitkering kon worden afgelost. In ieder geval waren er geen garanties gegeven. In de andere zaak was de gebrekkige informatie over de kosten het kritiekpunt van de consument, waarbij hij zich beriep op dwaling en misleiding. In deze zaak is de Commissie eveneens van oordeel dat verzekeraar AEGON overtuigend heeft aangetoond dat in de voorlichting aan de consument sprake was van een beleggingsverzekering. Over de kosten en het beleggingsrisico was eveneens voldoende informatie gegeven.
Geen beheerkosten verschuldigd
In de derde zaak hadden consumenten bij hun bank een hypothecaire geldlening gesloten. De bank trad tevens op als tussenpersoon bij het sluiten van de beleggingsverzekeringen ter aflossing van de lening. ABN-AMRO-verzekeringen en ABM-AMRO-bank maken deel uit van hetzelfde concern. De Geschillencommissie is van oordeel dat de bank en de verzekeraar bij aanvang onvolledige en onduidelijke informatie over de verzekeringen hebben verschaft. De informatie over de beheerkosten (TER) was niet duidelijk en begrijpelijk terwijl in de productinformatie werd vermeld dat geen beheerkosten werden berekend. Dit betekent voor de Commissie dat de beheerkosten niet verschuldigd zijn. Zij verplicht ABN-AMRO om binnen vier weken de waarde van de beleggingsverzekeringen opnieuw vast te stellen.
Aanvullen garantiefonds
Naar het oordeel van de Geschillencommissie hebben bank en verzekeraar in de maatschappelijke onrust over beleggingsverzekeringen nagelaten consumenten actief te informeren en adviseren over aanpassing van hun lopende verzekeringen. Zij acht de bank en de verzekeraar gehouden tot terugbetaling van de beheerkosten door toevoeging aan de waarde van de verzekeringen. Ook moeten zij de verzekeringen vanaf aanvang deels omzetten waardoor meer belegd werd in een garantiefonds.