Kifid past nieuwe boeteregels niet met terugwerkende kracht toe
Geplaatst op
31 juli 2017In de categorie
OrganisatieEen consument heeft in juni 2016 zijn hypotheek vervroegd afgelost en boeterente betaald. Deze consument vindt dat Hypinvest geen boeterente in rekening had mogen brengen, onder meer omdat dit in strijd zou zijn met de nieuwe boeteregels bij vervroegd aflossen van hypotheken. De consument heeft zich hierover beklaagd bij Kifid. De Geschillencommissie concludeert dat de nieuwe boeteregels pas op 14 juli 2016 in werking zijn getreden en dat de boeterente vóór die tijd is betaald. Hypinvest heeft de boeterente berekend zoals in de hypotheekovereenkomst met de consument vastgelegd en de nieuwe boeteregels (Besluit Gedragstoezicht financiele ondernemingen) zijn in deze zaak niet maatgevend, aldus de Geschillencommissie.
Geen terugwerkende kracht
De Geschillencommissie geeft met deze uitspraak helder aan dat zij de AFM-leidraad ‘Vergoeding voor vervroegde aflossing van de hypotheek’ eerst kan betrekken op boeterentes betaald vanaf 14 juli 2016. De leidraad zelf geeft aan dat de wettelijke verplichting om niet meer dan het financiële nadeel in rekening te brengen geldt per 14 juli 2016 voor bestaande en nieuwe hypotheken. De leidraad stelt ook dat er geen specifieke wettelijke regels golden ten aanzien van de hoogte van de vergoeding voor vervroegde aflossing vóór 14 juli 2016. Uit deze uitspraak blijkt dat de Geschillencommissie de nieuwe boeteregels (art. 81c BGfo) niet met terugwerkende kracht toepast op zaken van vóór 14 juli 2016.
Informatieplicht
De consument vindt dat de bank onvoldoende informatie heeft gegeven over het feit dat de consument bij vroegtijdig aflossen een boeterente zou moeten betalen. De Geschillencommissie constateert daarentegen dat in de leningsvoorwaarden die aan de consument zijn verstrekt helder is vermeld dat ‘bij vervroegde aflossing die het vrijgestelde bedrag van 10% te boven gaat wel boeterente is verschuldigd’. Ook de wijze waarop de boeterente wordt berekend is in de leningvoorwaarden opgenomen. Daarnaast stelt de consument dat het boeterentebeding in de leningsvoorwaarden oneerlijk en onredelijk bezwarend zou zijn. De Geschillencommissie oordeelt dat de betaalde boeterente een redelijke vergoeding is waarmee het door de bank geleden nadeel wordt gecompenseerd.
De uitspraak (GC 2017-499) in deze klacht van een consument tegen Hypinvest is niet bindend. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep van Kifid. Partijen kunnen de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.
De volledige uitspraak vind u hier
Of volg ons via twitter @Kifid_Den_Haag