Kifid: ‘professionele belegger’ kwalificeren én in kennis stellen
Geplaatst op
16 augustus 2017In de categorie
UitspraakWanneer een instelling bij het aangaan van een overeenkomst een belegger kwalificeert als ‘professionele belegger’ dan moet zij de belegger daarover wel informeren. Gebeurt dat niet, dan geldt dat de instelling de voor de betrokken belegger zwaardere zorgplicht van een ‘niet-professionele belegger’ in acht moet nemen, zo blijkt uit een uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid in een klacht van een belegger tegen Hanzevast. Omdat niet is voldaan aan de zorgplicht moet een deel van de schade worden vergoed.
Een consument investeert in 2009 in een mezzaninelening voor een scheepsfonds van Hanzevast. Wanneer in 2016 het schip moet worden geveild, blijkt de opbrengst onvoldoende om de investering van de certificaathouders van de mezzaninelening terug te betalen. De belegger heeft zich beklaagd over de gebrekkige informatievoorziening door Hanzevast inzake de leningvoorwaarden en verlangt een schadevergoeding. Hanzevast staat op het standpunt dat voldaan is aan de zorgplicht voor een ‘professionele belegger’.
zorgplicht
De Geschillencommissie oordeelt dat Hanzevast de investeerder terecht heeft gezien als ‘professionele belegger’ volgens de Wet op het financiële toezicht (Wft). Hanzevast heeft echter nagelaten om te voldoen aan het ook in de Wft opgenomen voorschrift om de belegger over die kwalificatie te informeren en mee te delen wat dat betekent voor het beschermingsniveau dat de belegger toekomt. Vanwege die omissie wordt deze belegger gezien als ‘niet-professionele belegger’ en geldt een zwaardere zorgplicht, concludeert de Geschillencommissie. De informatie over de bijzondere kenmerken van de mezzanine lening (met name het risico van blokkering van iedere uitkering vanwege een lening bij de betrokken hypotheekbank) was te summier. Hierdoor kon deze belegger geen weloverwogen beleggingskeuze maken, aldus de Geschillencommissie.
eigen schuld
Er is wel degelijk ook een eigen verantwoordelijkheid voor de belegger, zo blijkt uit de uitspraak. De belegger heeft als ondernemer de nodige ervaring met financieringen. Bij een kennelijk voor hem afwijkende financiering, die bovendien in een rentevergoeding van 12% per jaar voorzag, mag worden verwacht dat de belegger zelf nadere vragen stelt over de exacte voorwaarden. Om die reden blijft een deel van de geleden schade voor rekening van de belegger.
De Geschillencommissie besluit dat Hanzevast de helft van de schade, bijna 94.000 euro, moet vergoeden aan de belegger.
De uitspraak <GC 2017-441> is bindend. Partijen kunnen binnen zes weken beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep.
Volg ons ook via twitter @Kifid_Den_Haag of LinkedIn https://nl.linkedin.com/company/kifid