Kifid: aansprakelijk voelen is iets anders dan aansprakelijk zijn
Geplaatst op
7 december 2018In de categorie
UitspraakNa een gezichtsbehandeling blijft een consument met de schouderriem van haar tas haken achter een apparaat met lampen in de behandelkamer. Een van de lampen valt kapot op de grond. Het huidinstituut stelt de consument aansprakelijk voor de schade. De consument doet tevergeefs een beroep op haar WA-verzekering bij Klaverblad Verzekeringen en beklaagt zich hierover bij Kifid. De Geschillencommissie concludeert dat de consument ten onrechte door het huidinstituut aansprakelijk is gesteld. De verzekeraar hoeft de schade niet te vergoeden.
De consument heeft een aansprakelijkheidsverzekering, ook wel WA-verzekering genoemd. In de voorwaarden staat dat de verzekeraar financiële schade vergoedt als de verzekerde aansprakelijk is. Vindt de verzekeraar dat de verzekerde niet aansprakelijk is, dan neemt de verzekeraar het op voor de verzekerde. Tijdens een gezichtsbehandeling heeft de consument haar tas op de grond gezet. Wanneer zij na de behandeling de tas oppakt en over haar schouder trekt, blijft de schouderriem haken achter twee lampen van een warmte-apparaat. De lampen vallen op de vloer en één ervan valt kapot. Het huidinstituut stelt de consument aansprakelijk voor de ontstane schade. De consument voelt zich aansprakelijk en doet een beroep op haar verzekeraar. De verzekeraar laat een expertiseonderzoek doen. Volgens de verzekeraar is er geen sprake van onrechtmatig gedrag en is de consument niet aansprakelijk. Daarom wil de verzekeraar geen schade vergoeden aan het huidinstituut.
Wel of niet aansprakelijk?
De hoofdvraag waar het in deze zaak om draait is: Is deze consument wel of niet aansprakelijk voor de schade? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet worden beoordeeld of de consument onrechtmatig heeft gehandeld. De Geschillencommissie merkt op dat gedrag dat leidt tot schade niet per definitie onrechtmatig is. Gedrag is pas onrechtmatig wanneer het zo waarschijnlijk is dat het gedrag tot schade leidt, dat je uit oogpunt van zorgvuldigheid dat gedrag achterwege moet laten. Dat is hier niet aan de orde. Het is een ongelukkige samenloop van omstandigheden die hier de schade lijkt te hebben veroorzaakt, concludeert de Geschillencommissie. Ten overvloede merkt zij op dat de behandelaar (het huidinstituut) zelf extra voorzorgsmaatregelen had kunnen nemen om schade aan dit zeer kostbare warmteapparaat te voorkomen.
De Geschillencommissie concludeert dat de consument niet aansprakelijk is en dat de verzekeraar de door het huidinstituut geleden schade niet hoeft te vergoeden.
De uitspraak (GC 2018-678) in deze klacht van een consument tegen Klaverblad Verzekeringen is bindend.