Heeft u een klacht tegen een financiële dienstverlener van wie u zelf geen klant bent? Dan kan Kifid uw klacht niet behandelen.
Geplaatst op
13 september 2019In de categorie
UitspraakWanneer iemand een klacht indient tegen een bank, waarvan hij zelf geen product of dienst afneemt, kan Kifid de klacht niet behandelen. Zo bevestigt een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie. Kifid behandelt financiële klachten van consumenten en klachten van kleinzakelijke ondernemers over hun zakelijke krediet of alternatieve financiering. Dat gebeurt volgens de ‘spelregels’ zoals in het reglement vastgelegd en door Kifid toegepast. Zo moet de indiener van een klacht zelf klant zijn van de financiële dienstverlener tegen wie de klacht is gericht. En moet de financiële dienstverlener aangesloten zijn bij Kifid.
In deze klachtzaak heeft de consument in 2015 en 2016 voor de aankoop van vastgoedobligaties in een bedrag overgemaakt naar Stichting Obligatiebeheer Noordenwind. De bankrekening van deze stichting liep bij SNS, onderdeel van de Volksbank. In 2017 gaat de stichting, investeerder in vastgoed, failliet. De consument schat haar verlies op zo’n 300.000 euro. Zij beklaagt zich bij Kifid omdat de bank van de vastgoedinvesteerder haar zorgplicht zou hebben geschonden. Volgens de consument had de bank als verstrekker van de bankrekening moeten beoordelen of de activiteiten van de stichting vergunningplichtig waren. En zo ja, dan had de bank na moeten gaan of de stichting de vereiste vergunning had.
Niet-behandelbaar
De Geschillencommissie komt aan een inhoudelijk oordeel niet toe. Zij stelt vast dat de klacht niet gaat over een product of dienst die de betrokken bank aan deze consument heeft geleverd. De consument had wel een overeenkomst met Stichting Obligatiebeheer Noordenwind, maar niet met de bank tegen wie de klacht is gericht. In lijn met eerdere uitspraken eind 2017 en in 2018 van de Geschillencommissie, is een klacht niet-behandelbaar als de indiener van een klacht zelf geen afnemer is van een product of dienst van de financiële dienstverlener tegen wie de klacht is gericht. Deze situatie doet zich hier voor. De Geschillencommissie concludeert dat deze klacht volgens haar reglement niet kan worden behandeld.
Wel beroep mogelijk
De problematiek die zich in deze zaak voordoet – van vastgoedobligaties aangeboden door dienstverleners zonder vergunning – speelt ook in een aantal andere klachtzaken bij Kifid. Om die reden en vanwege het belang van de zaak (de omvang van de gevraagde schadevergoeding) heeft de Geschillencommissie bepaald dat de consument tegen deze uitspraak GC 2019-677 in beroep kan gaan.