Mijn Kifid

Kifid: verzekeraar mag alleen overeengekomen kosten in rekening brengen

A.s.r. moet de eindwaarde van een beleggingsverzekering, die op 1 september 2019 afliep, opnieuw berekenen. De verzekeraar mag aan deze consument naast de fondsbeheerkosten (TER) alleen de afgesproken kosten in rekening brengen. Over andere dan de genoemde kosten bestond bij het aangaan van de beleggingsverzekering geen wilsovereenstemming. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid.

Een consument sluit op 1 september 1991 een beleggingsverzekering (Waerdye Levensverzekering) af bij  a.s.r. als onderdeel van het Waerdye-Hypotheekplan. Met als doel om op de einddatum, 1 september 2019, de eindwaarde van de beleggingsverzekering te gebruiken om af te lossen op de hypotheek. Naast kapitaalopbouw op basis van beleggen is in deze beleggingsverzekering ook het overlijdensrisico gedekt. De consument constateert na 28 jaar dat een groot deel van de inleg op gaat aan kosten en dat het verwachte rendement niet wordt gehaald. De consument heeft zich bij Kifid beklaagd over de gebrekkige informatie vooraf en over door de verzekeraar onterecht in rekening gebrachte kosten.

Informatieplicht

Bij het afsluiten van de beleggingsverzekering was de verzekeraar nog niet verplicht om consumenten te informeren over fondsbeheerkosten die derden in rekening zouden brengen. Ook bestond er in 1991 nog geen wettelijke verplichting voor de verzekeraar om de consument te informeren over wat het effect kan zijn van in rekening te brengen kosten op het eindkapitaal. De Europese (Derde Levens)richtlijn is pas in 1994 opgenomen in de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers. Voor de in 1991 afgesloten beleggingsverzekering beroept de consument zich tevergeefs op deze Europese richtlijn.

Wilsovereenstemming

De klacht laat zich niet oplossen door alleen te kijken naar de informatieplicht. Ook van belang is de vraag wat consument en verzekeraar over het in rekening brengen van kosten zijn overeengekomen, aldus de Geschillencommissie. Een vermelding in de offerte dat ‘alle kosten’ in het voorbeeldkapitaal zijn verrekend, betekent nog niet dat de verzekeraar ervan mag uitgaan dat een consument door het tekenen van de offerte ook instemt met het in rekening brengen van andere kosten dan die in de offerte, de polis en de verzekeringsvoorwaarden zijn vermeld. Redelijkerwijs kun je van een consument niet verwachten dat deze naast de wel genoemde kosten ook nog rekening moet houden met niet genoemde kostensoorten. Volgens de verstrekte productdocumentatie voor deze beleggingsverzekering bestaat de premie uit drie delen:

  1. Premiedeel voor opbouw uitkering bij leven
  2. Premiedeel voor eventuele uitkering bij overlijden
  3. Premiedeel voor kosten verzekeraar

In de productdocumentatie wordt verder alleen gesproken over kosten voor beheer en administratie. Over andere dan de genoemde kostensoorten bestaat geen wilsovereenstemming tussen consument en verzekeraar; deze kosten heeft de verzekeraar daarom ten onrechte in rekening gebracht. Dat zijn in ieder geval de ‘kosten bemiddeling verzekeringsadviseur’ zoals vermeld op de verstrekte waardeoverzichten. Deze kosten zijn in de productdocumentatie niet te vinden en niet is gebleken dat de consument met deze kosten heeft ingestemd.

Eindwaarde opnieuw berekenen

De Geschillencommissie stelt vast dat voor berekening van de eindwaarde per 1 september 2019, naast de fondsbeheerkosten (TER), alleen gerekend mag worden met de in de productdocumentatie vermelde kosten. De kosten bemiddeling verzekeringsadviseur moeten buiten beschouwing blijven. Voor zover de consument met het eerder uitgekeerde bedrag voor compensatie al is gecompenseerd voor niet genoemde kosten, mag de verzekeraar dat in mindering brengen.

De uitspraak GC 2019-794 in deze klacht van een consument tegen a.s.r. is bindend.

Ook interessant