Kifid: rechtsbijstandverzekeraar dient advocaatkosten voor buitengerechtelijke procedure te vergoeden
Geplaatst op
16 april 2021In de categorie
UitspraakEen verzekerde heeft ook in een buitengerechtelijke procedure recht op vrije advocaat keuze, zo blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid. Een atlete claimt bij haar rechtsbijstandverzekeraar de kosten voor een sportrechtspecialist om een over haar gepubliceerd artikel te laten rectificeren. Rechtsbijstandverzekeraar DAS weigert de claim, omdat hier sprake is van een buitengerechtelijke procedure en daarvoor zou het recht op vrije advocaatkeuze niet gelden. De Geschillencommissie van Kifid gaat niet in mee in de redenering van de rechtsbijstandverzekeraar. Zij ziet in de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 14 mei 2020 voldoende aanknopingspunten om onder ‘gerechtelijke procedure’ ook te verstaan een buitengerechtelijke procedure. De verzekeraar dient de kosten gemaakt voor de sportrechtspecialist tot het kostenmaximum van 5.000 euro aan de consument te vergoeden.
Een consument is als atlete geïnterviewd voor het tijdschrift van de Nederlandse Triatlonbond. Het gepubliceerde artikel stond vol met onwaarheden en foute citaten; met als gevolg reputatieschade en derving van inkomsten voor de atlete. Zij doet een beroep op haar rechtsbijstandverzekering bij DAS. Met verwijzing naar het recht op vrije advocaatkeuze schakelt de consument een sportrechtspecialist in voor rectificatie en een schadevergoeding. De verzekeraar wijst de claim af omdat er geen procedure zou zijn gevoerd. Er zijn buitengerechtelijke werkzaamheden verricht en daarvoor bestaat geen recht op vrije advocaatkeuze volgens de verzekeraar. De consument legt zich hier niet bij neer en beklaagt zich bij Kifid.
Wat verstaan onder gerechtelijke procedure ?
In deze klachtzaak is de hoofdvraag voor de Geschillencommissie: Wat kan precies worden verstaan onder een gerechtelijke procedure? Het Europese Hof van Justitie heeft hierover op 14 mei 2020 in een Belgische zaak beslist dat het begrip gerechtelijke procedure even ruim moet worden uitgelegd als het begrip administratieve procedure. Kort gezegd moet onder gerechtelijke procedure worden verstaan:
- een procedure voor gerechtelijke of buitengerechtelijke bemiddeling
- waarbij een rechterlijke instantie betrokken is of kan worden
- bij het starten van deze procedure of na afloop ervan.
In feite legt het Europese Hof van Justitie met deze uitspraak uit hoe artikel 201 van de Europese richtlijn over toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en herverzekeringsbedrijf gelezen moet worden.
Ruime uitleg
De Geschillencommissie ziet voldoende aanknopingspunten om deze uitleg ook toe te passen op de Nederlandse praktijk van rechtsbijstandverzekeringen. Het begrip ‘gerechtelijke procedure’ kan niet worden beperkt door een onderscheid te maken tussen een voorbereidende fase en de besluitfase. Elke fase die kan leiden tot een procedure bij de rechter, dus ook een buitengerechtelijke zoals bemiddeling of mediation, valt onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’.
In deze klachtzaak betekent het dat de consument voor het conflict met de Nationale Triatlonbond recht heeft op gefinancierde rechtsbijstand. De verzekeraar moet de redelijke kosten voor de sportrechtspecialist tot het kostenmaximum van 5.000 euro aan de consument vergoeden.
Gevolgen voor betaalbaarheid rechtsbijstand
De Geschillencommissie realiseert zich dat deze uitspraak gevolgen kan hebben voor de uitvoering van rechtsbijstandverzekeringen. Zo loopt een verzekerde het risico dat het budget van de vrije advocaatkeuze al grotendeels of geheel is verbruikt in een buitengerechtelijke procedure voordat hij of zij aan een gerechtelijke procedure begint. Het is aan rechtsbijstandverzekeraars en advocaten om verzekerden goed te informeren over zowel de mogelijkheden als de risico’s, zodat verzekerden een weloverwogen beslissing kunnen nemen.
Volgens de verzekeraar zal deze verruiming van de vrije advocaatkeuze leiden tot onbetaalbare rechtsbijstandverzekeringen. In dat kader merkt de Geschillencommissie op dat de vrije advocaatkeuze al telkens is verruimd in eerdere uitspraken van het Europese Hof van Justitie en dat rechtsbijstandsverzekeraars in reactie daarop maatregelen hebben genomen voor het betaalbaar houden van rechtsbijstandverzekeringen. Het is aan de verzekeraar om hieraan verder invulling te geven. Het feit dat de Nederlandse rechtsbijstandverzekering een naturaverzekering is, mag niet leiden tot een beperking voor de verzekerden om zelf een advocaat te kiezen in geval van een juridisch conflict, aldus de Geschillencommissie.
Deze uitspraak GC 2021-0300 van een consument tegen DAS is bindend. Gegeven het belang van de zaak is beroep tegen deze uitspraak mogelijk. Daarbij geldt dat, indien de verzekeraar beroep instelt, de verzekeraar dan de kosten voor de consument zal dragen en dat de uitspraak van de Commissie van Beroep niet kan leiden tot een lagere vergoeding dan in de uitspraak van de Geschillencommissie is opgelegd.