Kifid KennisHeb ik recht op compensatie voor mijn doorlopend krediet met een variabele rente? En hoe wordt die berekend?
Geplaatst op
24 juli 2023De situatie
U heeft of had een doorlopend consumptief krediet met een variabele rente. Daarbij had de kredietverstrekker de bevoegdheid om deze rente eenzijdig te wijzigen. U wilt weten of u te veel rente heeft betaald, in aanmerking komt voor compensatie en hoe deze compensatie wordt berekend.
De algemene regel
In meerdere klachtzaken heeft Kifid beslist dat wanneer de bank of kredietverstrekker u bij het aangaan van het krediet niet heeft geïnformeerd over de omstandigheden waaronder de variabele rente eenzijdig kan worden gewijzigd, u erop mocht vertrouwen dat deze de relevante marktrente voor vergelijkbare kredieten zou volgen. Er bestaat dan recht op compensatie voor zover er in uw nadeel is afgeweken van de relevante marktrente gedurende de gehele looptijd van het krediet.
Vier voorbeelden
Een echtpaar sluit in 1993 en 2003 twee doorlopende consumptieve kredieten af, een van 60.000 euro en een van 20.000 euro. De variabele rentes op jaarbasis bedragen respectievelijk 13,4 en 11,3 procent. Deze rentes worden gedurende de looptijd van de kredietovereenkomsten een aantal malen gewijzigd. De consumenten beklagen zich over de te hoge rente op de verleende kredieten; de berekende rente heeft de marktrente onvoldoende gevolgd.
De hoofdvraag is wat het echtpaar bij het aangaan van de overeenkomsten in alle redelijkheid mocht verwachten van de bank. Was duidelijk hoe de bank van haar bevoegdheid om de rente aan te passen gebruik zou maken? Nee, zo concludeert de Commissie van Beroep van Kifid in een belangrijke uitspraak. Een prospectus of brochure waarin slechts in het algemeen wordt vermeld dat de rente mee verandert als de rentestand verandert, geldt niet als adequate informatie.
De consumenten mochten daarom verwachten dat de variabele rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd in de pas zou blijven met de relevante marktrente. Daarbij geldt dat het aanvangsmoment leidend is. Bij het aangaan van een doorlopend consumptief krediet kan de bank een lagere of hogere kredietvergoeding hanteren dan de gemiddelde marktrente. Op dat moment wordt de prijs van het doorlopend krediet bepaald. Met het sluiten van de kredietovereenkomst stemt de consument immers in met het aangeboden rentetarief.
Daarmee is ook het verschil vastgelegd tussen de individuele kredietvergoeding en de relevante marktrente. De bank moet dat verschil handhaven en zo het rentetarief gedurende de looptijd van het krediet in de pas laten lopen met de relevante marktrente. In deze klachtzaak is dat niet gebeurd. De bank moet de verschuldigde rente opnieuw berekenen, de te veel betaalde rente aan het echtpaar terugbetalen en ook de proceskosten vergoeden. (CvB 2019-005B)
Een consument heeft een drietal consumptief kredieten afgesloten bij de bank. Een roodstandfaciliteit op de betaalrekening met een kredietlimiet van 2.000 euro en een variabele rente van 10,6 procent per jaar bij aanvang, daarnaast een doorlopend krediet met een kredietlimiet van 3.000 euro en een variabele rente van 12,4 procent per jaar bij aanvang en als derde een doorlopend krediet met een kredietlimiet van 16.000 euro en een variabele rente van 9,3 procent per jaar bij aanvang. In mei 2018 zijn deze kredieten overgesloten naar een zogenoemde Service Lening bij de bank. Dit is een aflopend krediet. De kredietsom bedroeg 22.500 euro. De rente is variabel en bedroeg bij aanvang 4 procent per jaar.
De consument heeft zich in september 2020 bij de bank beklaagd over de rente die hij tijdens de looptijd voor zijn kredieten heeft betaald, tot aan het oversluiten ervan in 2018. Ook stelt hij dat de bank, die inmiddels een compensatieregeling heeft opgetuigd, met haar compensatieberekening ten onrechte geen rekening houdt met het rente-over-rente effect. Daarmee doelt de consument op de situatie dat als de bank niet te veel rente in rekening had gebracht, hij dat bedrag had kunnen gebruiken voor aflossing op het krediet. En dat zou betekenen dat de consument bij de opvolgende maand over een lager uitstaand bedrag rente zou hebben betaald, enzovoort. Het krediet zou dan sneller zijn afgelost waarbij de consument in totaal minder rente zou hebben betaald.
De Commissie van Beroep buigt zich over de kwestie en overweegt dat het Europees consumentenrecht vraagt om een volledig herstel van de situatie. De consument krijgt gelijk. Hij moet in de situatie worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd als de verstoring zich niet had voorgedaan. De bank moet daarom rekening houden met het zogenoemde rente-over-rente effect in haar compensatieberekening. (CvB 2022-0036)
Een consument sluit in 2006 een aflossingsvrij doorlopend krediet af met een maximum van 75.000 euro en een effectief rentetarief van 5,9 procent op jaarbasis. Als extra zekerheid voor de bank, verstrekt de consument een hypotheekrecht op haar woning. De woning geldt dus als onderpand.
De consument vindt dat de uitspraken van Kifid over te veel betaalde rente op doorlopend krediet, en de bijbehorende compensatieregelingen ook voor dit hypotheekkrediet gelden. Daar denkt de bank anders over. Volgens de bank is het hypotheekkrediet een ander product. De Geschillencommissie gaat echter mee in de visie van de consument. Ook in dit geval heeft de consument immers een aflossingsvrij doorlopend consumptief krediet afgesloten met een variabele rente waarbij de bank geen informatie heeft verstrekt over de concrete omstandigheden waaronder de bank het rentetarief eenzijdig zou mogen wijzigen. Er moet dus een compensatieberekening volgen. De vraag is wat voor dit product de referentierente moet zijn. De Geschillencommissie concludeert, met behulp van externe deskundigen, dat ook voor dit product de markrente voor doorlopend consumptief krediet relevant is. Met deze uitspraak is daarnaast ook een oplossing geboden voor de leemte die is ontstaan nadat De Nederlandsche Bank vanaf mei 2022, noodgedwongen, moest stoppen met de publicatie van de referentierente voor doorlopend consumptief krediet. Met behulp van de deskundigen is geconcludeerd dat vanaf mei 2022 als referentierente geldt de variabele rente op nieuwe woninghypotheken, verhoogd met een opslag van 5,28 procentpunt. (GC 2023-0305)
Een consument heeft een krediet dat is gekoppeld aan een creditcardrekening. Het krediet is in 2006 aangegaan tegen een rente op dat moment van 21 procent op jaarbasis. In de jaren erna daalt de rente tot 14 procent op jaarbasis in 2015. In 2020 beklaagt de consument zich over het in zijn ogen te hoge rentetarief en verlangt compensatie. De zaak komt bij de Geschillencommissie, die allereerst moet beoordelen of een creditcardrekening is aan te merken als een doorlopend krediet waarvoor het toetsingskader geldt zoals te vinden in eerdere uitspraken. Dat is het geval: nu de consument het uitstaande saldo op zijn creditcardrekening in termijnen heeft terugbetaald, beschouwt de Geschillencommissie de creditcardrekening als een vorm van doorlopend krediet.
Toch krijgt deze consument geen compensatie. Dat heeft ermee te maken dat de situatie bij het aangaan van de kredietovereenkomst leidend is. Op dat moment heeft de consument immers ingestemd met het aangeboden rentetarief. Voor het krediet van deze consument bedroeg het overeengekomen rentetarief bij het aangaan van de overeenkomst effectief 21 procent op jaarbasis. De gemiddelde variabele marktrente voor doorlopende kredieten bedroeg op dat moment effectief 8,1 procent per jaar. Het verschil bedraagt 12,9 procentpunt. Dat betekent dat het verschil tussen de contractrente en de relevante marktrente niet meer mag worden dan 12,9 procentpunt. Uit het door de kredietverstrekker verstrekte renteoverzicht blijkt dat het rentetarief op het doorlopend krediet van deze consument door de jaren heen steeds binnen de bandbreedte van 12,9 procentpunt is gebleven.
De met de consument overeengekomen rente heeft in de periode maart 2006 tot januari 2015 gevarieerd van effectief 21 tot 14 procent op jaarbasis. Terwijl de relevante marktrente in die periode varieerde van 8,1 tot 7,89 procent op jaarbasis. De rente, die de kredietverstrekker in rekening heeft gebracht, is gedurende de looptijd van het krediet niet meer geweest dan deze toegestane marge van 12,9 procent boven de relevante marktrente en daarmee is de bank in de pas gebleven met de relevante marktrente. (GC 2021-0364)
Uitleg
Dit kennisdocument gaat over ‘doorlopend consumptief krediet met een variabele rente’. Hieronder vallen diverse producten:
- doorlopend krediet;
- krediet op de betaalrekening/roodstand;
- creditcardkrediet (met gespreid betalen faciliteit);
- hypotheekkrediet (krediet waarbij geleend is met de woning als onderpand).
U heeft recht op compensatie wanneer u niet bent geïnformeerd over de omstandigheden waaronder de kredietverstrekker de variabele rente eenzijdig mocht aanpassen. In die situatie mocht u ervan uitgaan dat de variabele rente in de pas zou blijven met de relevante marktrente. Van belang is dus hoe het rentebeding in de overeenkomst of de voorwaarden van het krediet luidt. Staat in de overeenkomst of de algemene voorwaarden dat de kredietverstrekker de rente mag wijzigen en niet veel meer dan dat? Of heeft u een prospectus of brochure ontvangen waarin ook slechts in het algemeen is vermeld dat de rente mee verandert als de rentestand verandert? Dat volstaat niet als adequate informatie. Verwijzen de voorwaarden daarentegen naar duidelijke en vindbare referenties, dan volstaat dat wél als adequate informatie en is er geen recht op compensatie, zie ook uitspraak GC 2020-688.
Om de compensatie te berekenen, is een berekeningsmethode ontwikkeld. De kredietverstrekker moet de rentecompensatie berekenen vanaf de start van de kredietovereenkomst en over de gehele looptijd. Uw contractrente wordt (maandelijks of per kwartaal) vergeleken met de relevante marktrente. Daarbij is de delta van belang: het verschil tussen uw startrente en de toen geldende relevante marktrente. Dat verschil mag de kredietverstrekker gedurende de gehele looptijd van het contract aanhouden. Is er in het nadeel van de consument van afgeweken, dan is compensatie verschuldigd.
De marktrente waarmee uw contractrente moet worden vergeleken, heet referentierente. Kifid heeft deze, met behulp van externe deskundigen, als volgt bepaald:
- Periode januari 1998 – 1 juni 2010: de referentierente is gelijk aan de CBS-rentereeks voor consumptief krediet verminderd met 0,91 procentpunt;
- Periode 1 juni 2010 – 1 mei 2022: de referentierente is gelijk aan de DNB-rentereeks voor doorlopend consumptief krediet;
- Periode 1 mei 2022 – heden: de referentierente is gelijk aan de DNB-rentereeks voor variabele rente op nieuwe woninghypotheken vermeerderd met 5,28 procentpunt.
Vier vuistregels die inzicht geven in de hoogte van een eventuele compensatie:
- Wanneer er een groot verschil is tussen de aanvangsrente die met u is overeengekomen bij het begin van het contract en de relevante marktrente van dat moment, is sprake van een grotere delta of marge en in principe dus van een lagere of geen compensatie. Zie ook het laatste voorbeeld ‘Hoge aanvangsrente; geen compensatie’ in dit kennisdocument.
- Heeft u in bepaalde periodes minder rente betaald dan de kredietverstrekker in rekening mocht brengen gelet op de ontwikkeling van de relevante marktrente, dan wordt dit verrekend met de te veel betaalde rente. Ook dit kan de compensatie beïnvloeden.
- Het uitgangspunt van de berekeningsmethode is dat er, wanneer de consument benadeeld is, een volledig herstel plaatsvindt. Dat betekent dat de kredietverstrekker ook rekening moet houden met het rente-over-rente effect.
- De compensatie moet over de gehele looptijd van het krediet worden berekend. Daarbij geldt wel een absolute verjaringstermijn van 20 jaar; dat wil zeggen de kredietverstrekker hoeft geen compensatie te betalen voor te veel betaalde rente van meer dan 20 jaar geleden. Kifid kijkt daarbij naar het moment waarop u de klacht over de rente indiende bij de kredietverstrekker. Stel: u sloot in 1991 het doorlopend krediet af bij de kredietverstrekker en u beklaagt zich op 1 januari 2021 over te veel betaalde rente voor dat krediet, dan hoeft de kredietverstrekker u voor de periode van vóór 1 januari 2001 niet te compenseren. Dat is namelijk meer dan 20 jaar terug vanaf het moment van klagen, zie ook uitspraak GC 2022-0368.
Samenvattend kunnen de volgende aanknopingspunten helpen om na te gaan of de eventuele compensatie juist is berekend:
- Is uw krediet een doorlopend consumptief krediet met variabele rente?
- Hoe luidde het rentebeding bij het afsluiten van uw doorlopend krediet; heeft de kredietverstrekker daarbij voldoende informatie gegeven over de omstandigheden waaronder het tarief kon wijzigen?
- Heeft de kredietverstrekker de juiste delta berekend?
- Is de correcte referentierente gebruikt?
- Is de gehele looptijd meegenomen in de berekening (met uitzondering van de periode waarbij sprake is van verjaring)?
- Is rekening gehouden met rente-over-rente?
Meerdere kredietverstrekkers hebben naar aanleiding van de uitspraken van Kifid een compensatieregeling opgesteld. Zij informeren hun klanten via hun websites over de aanmeldprocedure en tijdslijnen. In de regel worden bestaande klanten door de kredietverstrekker actief benaderd met een compensatievoorstel. Het kan, door het grote aantal te compenseren klanten, enige tijd duren voordat u zich kunt aanmelden of bericht krijgt.
Kifid kan u niet adviseren over het al dan niet accepteren van een individueel compensatievoorstel. Ook kan Kifid de individuele berekening van uw kredietverstrekker niet cijfermatig controleren. U en de kredietverstrekker zijn immers de enigen die uw kredietverloop kennen. Wel kan Kifid antwoord geven op vragen over het beoordelingskader dat geldt voor mogelijk te veel betaalde rente op doorlopend consumptief krediet. Of uitleg geven als het beoordelingskader voor u onduidelijk is.
Tip
Heeft u behoefte aan een persoonlijk advies over uw compensatievoorstel of een controle van de gemaakte berekening, dan kunt u zelf een adviseur raadplegen.
Er zijn meerdere organisaties die zich met dit specifieke onderwerp bezighouden en waar u voor informatie terecht kunt, zoals uw kredietverstrekker, de Consumentenbond en Stichting Geldbelangen.
Meer over dit onderwerp
De referentie zoals Kifid die heeft bepaald voor verschillende tijdvakken is gebaseerd op drie deskundigenrapporten:
- Het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’ op verzoek van de Commissie van Beroep van Kifid, van 13 januari 2020.
In bijlage 3 van dit rapport de rentereeks van het CBS (1998 – 2013). - Het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet met hypothecaire zekerheid 2023-0305 A – Kifid’ op verzoek van de Geschillencommissie van Kifid, van 13 februari 2023.
Dit onderzoek wijst uit dat het product Flexibel Hypotheek Krediet en de renteverandering hiervan veel gelijkenis vertoont met het reguliere doorlopende consumptief krediet. De conclusie is dat de marktrente voor een regulier doorlopend consumptief krediet ook geldt als referentierente voor een doorlopend consumptief krediet waarbij geleend is met de woning als onderpand. - Het deskundigenrapport ‘Onderzoek alternatieve referentierente doorlopend consumptief krediet GC 2023-0305 B – Kifid’ op verzoek van de Geschillencommissie van Kifid, van 23 februari 2023.
De conclusie is dat de variabele rente op nieuwe woninghypotheken, zoals DNB publiceert op de website, bruikbaar is als alternatief voor het bepalen van de referentierente voor doorlopend consumptief krediet.
Hoewel de Kifid-lijn over te veel betaalde variabele rente op doorlopend consumptief krediet grotendeels vaststaat, zijn er nog steeds nieuwe ontwikkelingen. Een gerelateerd vraagstuk betreft de Euribor Hypotheken problematiek. Deze procedure loopt bij de overheidsrechter, zie een arrest van het Gerechtshof Den Haag. Kifid houdt vergelijkbare klachten aan in afwachting van de uitkomst in cassatie.
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.