Kifid KennisMag de verzekeraar mijn schadeverzekering beëindigen als ik te laat betaal?
Geplaatst op
10 februari 2025Binnen het kennis onderwerp
VerzekeringenDe situatie
U heeft een schadeverzekering afgesloten en betaalt daarvoor premie. Op een gegeven moment betaalt u de premie niet of te laat. De verzekeraar neemt daarop maatregelen door de dekking te schorsen of de verzekering te beëindigen. Bij een schorsing bent u in de periode van wanbetaling niet verzekerd. In geval van een beëindiging bent u ook onverzekerd én wordt het lastiger om elders een nieuwe verzekering te sluiten. U vindt dat door de maatregel uw belangen worden geschaad en vraagt zich af wat uw rechten zijn.
De algemene regel
Een verzekering is een overeenkomst tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer. In de algemene verzekeringsvoorwaarden die bij deze overeenkomst horen, staan de rechten en plichten van de verzekeraar en die van u als verzekeringnemer. Eén van uw verplichtingen is het betalen van de premie binnen een bepaalde termijn, de zogenoemde premievervaltermijn. Doet u dat niet, dan kan de verzekeraar op grond van de verzekeringsvoorwaarden en de wet de verzekering schorsen of opzeggen. Bij wanbetaling moet de verzekeraar u wel eerst een aanmaning/waarschuwing hebben gestuurd die voldoet aan strikte wettelijke eisen zoals genoemd in artikel 7:934 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de eerste premiebetaling mag de verzekeraar bijvoorbeeld bepalen dat de dekking pas ingaat zodra de eerste premie is betaald.
Drie voorbeelden
Een vrouw heeft een paardenverzekering voor haar paard afgesloten en betaalt daar per kwartaal premie voor. Wanneer het rhinovirus uitbreekt op de manege waar het paard is gestald, wordt ook haar paard op 26 oktober 2019 ernstig ziek. Op 2 november 2019 wordt na overleg met de verzekeraar en de dierenarts besloten om het paard te laten inslapen. Uit het attest van de dierenarts volgt dat het paard op 2 november 2019 om 11:45 is overleden. In diezelfde periode heeft de verzekeraar herinneringen voor de kwartaalnota van 1 oktober 2019 tot 1 januari 2020 verzonden: op 15 oktober en op 29 oktober. Bij de eerste herinnering staat vermeld dat de dekking zal worden opgeschort wanneer niet binnen twee weken wordt betaald. De tweede herinnering meldt dat de dekking inmiddels is opgeschort. De vrouw heeft de premie uiteindelijk op 3 november overgemaakt en zoekt op 5 november contact met de verzekeraar. Ze meent recht te hebben op een uitkering van 7.500 euro, de verzekerde waarde van haar paard. Maar de verzekeraar weigert dat; de dekking was opgeschort omdat er geen premie was betaald.
De zaak komt terecht bij de Geschillencommissie. De vrouw erkent dat zij de premie te laat heeft betaald. Ze was zo druk met de zorg voor haar paard en de situatie op de manege dat zij in alle hectiek is vergeten om te betalen. Zij wordt nu wel heel hard getroffen vindt ze, want én haar paard is overleden én de verzekeraar keert niet uit. De vrouw mist het menselijke aspect. De verzekeraar zegt te begrijpen dat het verlies van een paard verdrietig is maar dat er nu eenmaal ook gecontroleerd moet worden of er recht bestaat op een uitkering. De verzekeraar zegt dat de vrouw volledig en ruimschoots op tijd is geïnformeerd over de gevolgen van het niet op tijd betalen.
De Geschillencommissie van Kifid buigt zich over de zaak en gaat na of de aanmaning voldoet aan de wettelijke eisen (artikel 7:934 van het Burgerlijk Wetboek). Dat is niet het geval. Volgens de wet moet een aanmaning ten eerste een termijn van tenminste 14 dagen bevatten waarbinnen alsnog de premie kan worden voldaan, moet ten tweede duidelijk zijn wanneer die termijn aanvangt en moet ten derde helder zijn wat er gebeurt wanneer niet binnen 14 dagen na aanvang van de termijn wordt betaald. In de eerste herinneringsbrief die de verzekeraar op 15 oktober heeft gestuurd, staat niet op welk moment de betalingstermijn precies aanvangt. De brief voldoet daarmee niet aan de wettelijke eisen. De verzekeraar moet dus dekking verlenen en 7.500 euro aan de vrouw betalen. (GC 2020-832)
De nabestaanden van een in april 2020 gevonden te water geraakte en overleden automobilist doen een beroep op de autoverzekering van de overledene. Volgens de inzittendenverzekering bestaat er recht op een bedrag bij overlijden: ruim 17.600 euro. Maar de verzekeraar laat de nabestaanden weten dat er sprake was van een betalingsachterstand in de premie. Vanaf september 2019 zou er niet zijn betaald en werd er ook geen gebruik gemaakt van de door de verzekeraar aangeboden betalingsregeling. De verzekering is daarom in maart 2020 beëindigd door de verzekeraar. Uit onderzoek van de politie blijkt vervolgens dat de in april gevonden automobilist waarschijnlijk al in januari 2020 is overleden. Maar volgens de verzekeraar is er ook dan geen dekking, omdat de dekking al vanaf oktober 2019 geschorst was.
De nabestaanden stappen daarop naar Kifid. Ze vinden dat de verzekeraar onduidelijk communiceert en stellen dat zij recht hebben op het bedrag van 17.600 euro. Volgens hen is in september de automatische incasso mislukt, maar in de maanden daarna had de verzekeraar gewoon de premie kunnen afschrijven. De verzekeraar ziet dat anders: ondanks een betalingsregeling en meerdere brieven is er niet betaald.
De Geschillencommissie van Kifid gaat na of de verzekeraar heeft voldaan aan de voorgeschreven wettelijke eisen. Dat blijkt niet het geval. Na de aanmaningsbrief in oktober 2019 is er door de verzekeraar een betalingsregeling voorgesteld. De verzekeraar heeft daarmee een uitsteltermijn gegeven: een nieuwe termijn om te betalen. Het juridische gevolg daarvan, zo stelt de Geschillencommissie, is dat wanneer de verzekerde niet betaalt, de verzekeraar opnieuw een aanmaningsbrief moet sturen die voldoet aan de wettelijke vereisten. Dat is niet gebeurd. De verzekeraar heeft op 11, 19 en 22 december 2019 brieven aan de verzekerde verstuurd met een betalingsherinnering, maar deze voldoen niet aan de eisen van de wet. Er is een te korte betalingstermijn gegeven, of er is niet gewezen op de gevolgen bij het uitblijven van betaling. Omdat de aanmaning niet rechtsgeldig is, kan van schorsing of beëindiging geen sprake zijn. Er bestond dus dekking ten tijde van het noodlottige ongeval. (GC 2022-0702)
Een man heeft een auto verzekerd. De premies voor 16 april en 16 mei 2017 worden gestorneerd, dit houdt in dat de automatische incasso’s worden teruggedraaid. Vrijwel direct daarna, op 17 mei 2017, vindt er een aanrijding plaats waarbij twee andere auto’s schade oplopen. De verzekeraar vergoedt deze schade van ruim tienduizend euro aan de twee tegenpartijen, maar verhaalt de schade op de verzekerde. De premies waren immers niet betaald en in verband met die achterstand was de dekking geschorst. De man maakt daartegen bezwaar. Hij stelt dat de verzekeraar de dekking niet had mogen schorsen in verband met het onbetaald laten van de premies. De premies zijn namelijk automatisch door de bank gestorneerd, hij heeft hiervoor geen opdracht gegeven aan de bank, zegt hij.
De zaak wordt voorgelegd aan Kifid. De Geschillencommissie overweegt dat volgens artikel 7:934 Burgerlijk Wetboek een verzekering pas beëindigd of geschorst kan worden wanneer er eerst een aanmaning is verzonden naar de verzekerde. De verzekeraar heeft dat niet gedaan en zegt dat er in dit geval een uitzondering gold. Uit het actief storneren van de premiebetalingen kon de verzekeraar namelijk afleiden dat de man niet bereid was om de premie te betalen. En volgens de verzekeringsvoorwaarden is daarmee de dekking per 16 april 2017 vervallen.
De Geschillencommissie ziet dat anders. Ondanks het storneren, was de verzekeraar nog steeds wettelijk verplicht om de man aan te manen voordat een maatregel zoals schorsing of beëindiging kon volgen. Omdat de verzekeraar dat heeft nagelaten, liep de dekking gewoon door en is de schade dus gedekt. De verzekeraar moet aan de man een bedrag van ruim tienduizend euro vergoeden. (GC 2019-941)
Uitleg
Wanneer u de premie voor een schadeverzekering (denk aan een autoverzekering, woonhuisverzekering of reisverzekering) te laat of niet betaalt, dan kan de verzekeraar verschillende maatregelen treffen. De nog te ontvangen premie kan verrekend worden met een eventuele schade-uitkering, maar de verzekeraar kan er ook voor kiezen om de verzekering te beëindigen of de dekking te schorsen.
Wil de beëindiging/schorsing rechtsgeldig zijn, dan moet de verzekeraar voldoen aan de wettelijke eisen (artikel 7:934 Burgerlijk Wetboek).
Dit wetsartikel schijft voor dat een aanmaning minimaal de volgende informatie bevat:
1) een termijn van ten minste 14 dagen waarbinnen alsnog de premie moet worden voldaan;
2) wanneer de termijn van 14 dagen, ook wel respijttermijn genaamd, aanvangt;
3) wat de gevolgen zijn wanneer niet binnen 14 dagen na aanvang van de termijn wordt betaald.
Uit de rechtspraak en uitspraken van Kifid volgt dat de 14 dagen-termijn die de verzekeraar de verzekeringnemer moet gunnen en in de aanmaningsbrief moet opnemen gaat lopen een dag nadat de verzekeringnemer de aanmaning heeft ontvangen.
Als de aanmaning van de verzekeraar niet aan deze strikte wettelijke eisen voldoet, dan is de overeenkomst onterecht beëindigd of de schorsing niet rechtsgeldig. De verzekeraar zal de beëindiging of schorsing van de verzekeringsovereenkomst dan met terugwerkende kracht moeten herstellen en een eventuele schade toch moeten vergoeden. In die situatie moet de verzekeringnemer de doorlopende premie alsnog betalen.
Het komt voor dat u als verzekeringnemer stelt de aanmaning niet te hebben ontvangen. Dan is het aan de verzekeraar om aan te tonen dat deze brieven u hebben bereikt. Hieraan worden hoge eisen gesteld (zie GC 2020-124). Maar: wanneer u heeft ingestemd met communicatie langs elektronische weg en de aanmaning is in uw spamfilter beland, dan komt dit voor uw risico (zie GC 2017-129 en GC 2020-765).
Wanneer de verzekeraar besluit de verzekering te beëindigen, dan kan dat gevolgen hebben voor het afsluiten van een nieuwe verzekering. Allereerst kan de verzekeraar uw persoonsgegevens op laten nemen in een intern waarschuwingsregister waardoor het kan zijn dat u niet meer terechtkunt bij andere merken van dezelfde verzekeringsmaatschappij. Daarnaast bent u verplicht om bij de aanvraag van een nieuwe verzekering en/of overstappen naar een andere verzekeraar te melden dat er in het verleden een verzekering met u is beëindigd. Laat u dit na, dan loopt u het risico dat de (nieuwe) verzekeraar vindt dat u de precontractuele mededelingsplicht hebt geschonden. Ook dat kan nadelige gevolgen hebben zoals het registreren van uw persoonsgegevens in het interne of externe waarschuwingsregister, geen dekking/uitkering of beëindiging van de verzekeringsovereenkomst. Een voorbeeld hiervan is GC Kifid 2021-0263.
Tips
- Neem bij het afsluiten van een verzekering de voorwaarden door, zodat u weet wat u kunt verwachten én wat de verzekeraar van u verwacht.
- Betaal uw verzekeringspremie via automatische incasso en controleer regelmatig of de betaling van de verzekeringspremie van uw bankrekening is afgeschreven.
- Lees alle fysieke en/of digitale berichten die u van uw verzekeraar ontvangt.
- Komt u in financiële problemen, laat het niet op z’n beloop en neem zelf contact op met de verzekeraar.
- Is een verzekeringsovereenkomst beëindigd en vraagt u een nieuwe verzekering aan bij een andere verzekeraar, beantwoord de gestelde vragen dan altijd naar waarheid. Het is aan de verzekeraar om een afweging te maken tussen wel of niet een verzekeringsaanvraag accepteren aan de hand van alle relevante informatie.
Meer informatie over waarmee je rekening moet houden als je de premie van je autoverzekering niet betaalt bij de Consumentenbond: Premie niet betaald: wat nu? | Consumentenbond
Meer informatie over wat te doen als de verzekeraar je gegevens opneemt in een intern waarschuwingsregister: https://www.kifid.nl/kennis/help-de-bank-of-verzekeraar-neemt-mij-op-in-een-waarschuwingsregister/
- CvB 2021-0034 (ontvangsttheorie) en bijbehorende uitspraak GC 2021-0019
- GC 2023-0160 (arbeidsongeschiktheidsverzekering, wanbetaling)
- GC 2022-0702 (ongevallen/inzittende verzekering, schorsing dekking na uitblijven betaling premie)
- GC 2021-0938 (autoverzekering; voorbeeld van bijkomend gevolg als beëindiging vanwege wanbetaling bij aangaan nieuwe verzekering niet wordt vermeld.)
- GC 2021-0263 (motorverzekering; mededelingsplicht geschonden)
- GC 2021-0183 (ontvangst voorwaarden, consument stelt niet te hebben ontvangen, commissie acht dat niet aannemelijk)
- GC 2019-1046 (ontvangsttheorie)
- GC 2019-970 (autoverzekering beëindigd vanwege achterstallige premiebetaling)
Prejudiciële beslissing van de Hoge Raad. 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.