Commissie van Beroep: klacht te laat bij Kifid, dus niet behandelbaar
Geplaatst op
14 oktober 2019In de categorie
UitspraakDe Commissie van Beroep van Kifid heeft in een beroepsprocedure vastgesteld dat de consumenten al rechtsbijstand hadden voordat zij hun huidige advocaat inschakelden. Om die reden hadden deze consumenten eerder bekend moeten zijn met de mogelijkheid om een klacht bij Kifid in te dienen. De Commissie van Beroep concludeert dat, zoals nu blijkt, de klacht te laat aan de Geschillencommissie is voorgelegd en dat de klacht volgens het reglement niet mocht worden behandeld. De verzekeringstussenpersoon is niet gehouden de eerder gedane uitspraak van de Geschillencommissie op te volgen.
Of de klacht van twee consumenten over een beleggingsadvies van de verzekeringstussenpersoon wel of niet op tijd is ingediend, is van begin af aan in discussie geweest. Vast staat dat consumenten op 29 november 2016 de verzekeringstussenpersoon aansprakelijk hebben gesteld. De klacht is op 29 december 2017 bij Kifid ingediend. De Geschillencommissie heeft bij behandeling van de klacht het aannemelijk gevonden dat consumenten pas eind 2017, na het inschakelen van een advocaat, kennis hadden van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij Kifid.
Bij de mondeling behandeling (hoorzitting) van de Commissie van Beroep is duidelijk geworden dat consumenten al rechtsbijstand hadden op het moment dat zij de verzekeringstussenpersoon aansprakelijk stelden op 29 november 2016. Zij hadden vanaf dat moment bekend moeten zijn met de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij Kifid.
Te laat
De Commissie van Beroep concludeert dat de consumenten hun klacht te laat hebben ingediend bij Kifid, namelijk meer dan een jaar nadat de klacht aan de verzekeringstussenpersoon is gestuurd. Volgens het reglement (art. 5.1) had de Geschillencommissie deze klacht niet mogen behandelen. Dat de termijnoverschrijding komt door de rechtsbijstandverlener doet hier niets aan af. Die termijnoverschrijding blijft voor rekening en risico van de consumenten.
Niet behandelbaar
De Commissie van Beroep verklaart deze klacht alsnog niet-behandelbaar. Een inhoudelijke beoordeling is dan niet meer nodig. De eerder gedane uitspraak van de Geschillencommissie (GC 2019-223) wordt terzijde gesteld. De Commissie van Beroep wijst in haar uitspraak consumenten op de mogelijkheid om voor een inhoudelijk oordeel hun vorderingen op de verzekeringstussenpersoon voor te leggen aan de burgerlijke rechter.