Commissie van Beroep: ook rente op doorlopend krediet van Hollandsche Disconto Voorschotbank en van Santander Consumer Finance Benelux moet in de pas blijven met marktrente
Geplaatst op
7 april 2021In de categorie
UitspraakDeze week heeft de Commissie van Beroep zich opnieuw uitgesproken in twee klachtzaken over het rentetarief op doorlopend krediet. Ook consumenten met een doorlopend krediet van Hollandsche Disconto Voorschotbank en van Santander Consumer Finance Benelux mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd van dat krediet in de pas zal blijven met de relevante marktrente, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraken. De Commissie van Beroep gaat niet mee in de vrije uitleg van beide banken dat zij de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen zouden kunnen aanpassen. Ook handhaaft de Commissie van Beroep het gebruik van de referentierente uit het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’. Beide banken moeten de door de consumenten verschuldigde rente gedurende de looptijd van het krediet opnieuw berekenen en per saldo te veel betaalde rente terugbetalen.
In de beroepsprocedure van Hollandsche Disconto Voorschotbank gaat het om een doorlopend krediet met een kredietlimiet van 34.000,00 euro, afgesloten eind oktober 2007 door de consument en haar toenmalige partner. Het op dat moment overeengekomen rentetarief bedraagt 10,9 procent effectief per jaar. Sinds mei 2012 is er sprake van een rentestop; dit betekent dat de consument vanaf dat moment geen rente meer betaalt en wel maandelijks 200,00 euro aflost op het krediet. Het krediet staat sinds mei 2017 alleen op naam van de consument.
In de andere klachtzaak gaat het een om een doorlopend krediet met een kredietlimiet van 10.000,00 euro dat de consument begin oktober 2010 heeft afgesloten bij Santander Consumer Finance Benelux. Dit krediet is in september 2016 volledig afgelost.
Redelijke verwachting
Dat de bank de rente op een doorlopend krediet eenzijdig mag wijzigen staat ook in deze klachtzaken niet ter discussie. De Commissie van beroep volgt echter niet de vrije uitleg van beide banken dat zij de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen kunnen aanpassen. Dat is een uitleg die voor de consument niet-transparant is en die het evenwicht in rechten en plichten tussen consument en bank zou verstoren in het nadeel van de consument. De Commissie van Beroep concludeert, in lijn met eerdere uitspraken, dat bij een doorlopend krediet de consument redelijkerwijs mag verwachten dat het rentetarief van zijn krediet stijgt en daalt naarmate de relevante marktrente in het algemeen stijgt en daalt. Dit zou anders zijn, wanneer de bank vóór het sluiten van de kredietovereenkomst de consument heeft geïnformeerd dat het kan zijn dat de rente niet meebeweegt met de relevante marktrente, en waarom en in welke omstandigheden dat zou kunnen. De Commissie van Beroep concludeert dat in beide klachtzaken de consumenten dit soort informatie niet hebben ontvangen. Betrokken consumenten mogen er op vertrouwen dat de kredietvergoeding in de pas blijft met de marktrente op doorlopend krediet voor consumenten. Overigens merkt de Commissie van Beroep op dat het op de weg van de kredietaanbieders zelf ligt om in de toekomst duidelijker te zijn over de rechten en plichten die volgen uit het wijzigingsbeding.
Referentierente wel bruikbaar
Beide banken hebben diverse bezwaren gemaakt tegen het gebruik van de rentereeks van De Nederlandsche Bank (DNB) en de CBS-rentereeks gecorrigeerd met 0,91 procentpunt als referentierente. Deze zou geen rekening houden met risicocategorieën, ze zou niet representatief zijn, ze zou negatief uitpakken voor de bank en er zou een minimale bandbreedte van 2 procentpunt moeten gelden. De Commissie van Beroep licht toe dat de referentierente een maatstaf is om na te gaan of de rente die aan de consument in rekening is gebracht, in het verleden met de relevante marktrente heeft meebewogen. Het is ook een maatstaf waarmee kan worden begroot wat de consument te veel heeft betaald, indien de rente niet of onvoldoende heeft meebewogen met de relevante marktrente. De referentierente is het gemiddelde van vergelijkbare rentes en kenbaar uit openbare bronnen. Het verloop van het gemiddelde weerspiegelt de beweging in de relevante markt. Alles overziend en afwegend concludeert de Commissie van Beroep dat de bezwaren van beide banken tegen de referentierente niet zwaarwegend genoeg zijn om deze niet te gebruiken om na te gaan of de rente op het doorlopend krediet in het verleden heeft meebewogen met de relevante marktrente. In de beroepsprocedures is hiervoor ook geen betere maatstaf aangedragen. De Commissie van Beroep bevestigt in de vandaag gepubliceerde uitspraken dus dat vanaf 1 juni 2010 als referentie de rentereeks kan worden gebruikt die De Nederlandsche Bank (DNB) publiceert. Voor de periode van 1 januari 1998 tot 1 juni 2010 dient de CBS-rentereeks te worden gebruikt, gecorrigeerd met 0,91 procentpunt.
Referentierente is geen benchmark en geen externe rentevoet
Voor alle duidelijkheid merkt de Commissie van Beroep op dat zij met de referentierente niet heeft bepaald welke rente redelijk is. Evenmin dient de referentierente voor een kredietaanbieder als benchmark om te bepalen of deze een ‘juist’ tarief heeft toegepast in vergelijking met andere kredietaanbieders. De referentierente is ook niet bedoeld als externe rentevoet die krediet-aanbieders in de toekomst zouden moeten volgen.
Kredietvergoeding opnieuw berekenen
Bij het sluiten van de kredietovereenkomst is duidelijk wat het verschil is tussen de individuele kredietvergoeding en het gemiddelde rentetarief in die markt. Beide banken moeten zorgen dat dit verschil gedurende de looptijd van het krediet niet wijzigt in het nadeel van de consument. Beide banken moeten met intervallen van maximaal drie maanden het rentetarief voor het doorlopend krediet van de consumenten opnieuw berekenen op basis van de referentierente. Wanneer uit de herberekening blijkt dat de consument meer heeft betaald dan de bank in rekening mocht brengen, dan moet de bank de te veel betaalde rente terugbetalen. Als de consument er voordeel van heeft gehad dat de rente niet steeds met de relevante marktrente heeft meebewogen, dan mag de bank dat in de berekening meenemen en hoeft de bank alleen terug te betalen wat de consument per saldo te veel heeft betaald.
De uitspraken CvB 2021-0021 en CvB 2021-0020 in de beroepsprocedures van respectievelijk Hollandsche Disconto Voorschotbank en van Santander Consumer Finance Benelux zijn bindend. De uitspraken hangen samen de uitspraken van de Geschillencommissie, respectievelijk GC 2020-659 en GC 2020-622, die in hoofdzaak overeind blijven.
Meer klachten
Kifid heeft meerdere soortgelijke klachten van consumenten tegen Hollandsche Disconto Voorschotbank en tegen Santander Consumer Finance Benelux in behandeling. Bij de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie de lijn volgen zoals uiteengezet in de vandaag gepubliceerde uitspraak van de Commissie van Beroep.