Kifid KennisDe verzekeraar zegt mijn rechtsbijstandverzekering op omdat ik er te vaak een beroep op doe. Mag dat?
Geplaatst op
22 juli 2024Binnen het kennis onderwerp
VerzekeringenDe situatie
U heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten. Op een gegeven moment besluit de verzekeraar deze verzekering op te zeggen, omdat u vaker dan gemiddeld om rechtshulp vraagt. U bent het daar niet mee eens en wilt weten wat uw rechten zijn.
De algemene regel
Een rechtsbijstandverzekering sluit u doorgaans af voor de duur van één jaar. Meestal wordt deze overeenkomst stilzwijgend met steeds een jaar verlengd, maar de verzekeraar kan de overeenkomst onder bepaalde voorwaarden opzeggen wanneer het aantal ingediende schadeclaims (hulpverzoeken) dat u indient hoger ligt dan gemiddeld. Zo’n opzegging kan tegen het einde van de overeenkomst worden gedaan, op de zogenoemde ‘contractvervaldatum’, maar ook een tussentijdse opzegging komt voor. In beide gevallen moet de verzekeraar u tijdig waarschuwen.
Drie voorbeelden
Een medisch specialist sluit in 1990 een rechtsbijstandverzekering af om verzekerd te zijn van bijstand bij zowel zakelijke als particuliere (privé) geschillen. Al snel dient hij een groot aantal verzoeken om rechtshulp in, waarna de verzekeraar hem herhaaldelijk wijst op het risico dat de verzekering kan worden opgezegd wanneer hij zijn claimgedrag niet aanpast. In 2017 beëindigt de verzekeraar het zakelijke deel van de verzekering met daarbij de opmerking dat ook de particuliere verzekering zal worden opgezegd wanneer zijn schadeverloop ongebruikelijk hoog blijft.
Toch meldt de man na deze waarschuwing binnen twee jaar nog zes particuliere zaken bij de verzekeraar. Die laat daarop weten dat de particuliere verzekering per 1 januari 2020 wordt beëindigd. De man is het er niet mee eens. Vanwege de bouw en oplevering van een recreatiewoning moest hij wat vaker een beroep op rechtsbijstand doen en veel verzoeken hadden juist betrekking op het niet in behandeling nemen van zaken door de verzekeraar.
De zaak komt bij Kifid terecht en de Geschillencommissie buigt zich erover. Die stelt vast dat in de Algemene Polisvoorwaarden staat dat de verzekeraar de verzekering mag opzeggen als hij vindt dat het risico voor hem ‘in redelijkheid onaanvaardbaar hoog of groot is’. Het aantal gemelde conflicten kan hierbij een rol spelen. Hoewel deze voorwaarde duidelijk is, moet de verzekeraar zich bij een beroep op deze voorwaarde houden aan de wet (artikel 7:940 lid 3 BW). De verzekeraar mag de overeenkomst alleen tussentijds opzeggen wanneer ‘gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de verzekeraar gevergd kan worden’. Dat betekent dat de verzekeraar die tussentijds een verzekering wil opzeggen terughoudend moet zijn en na moet gaan of de omstandigheden ernstig genoeg zijn om opzegging te rechtvaardigen. De verzekeringsnemer heeft er immers belang bij dat de verzekeraar de verzekering niet tussentijds beëindigt. Het kan moeilijker worden om een nieuwe verzekering af te sluiten wanneer een eerdere verzekering door opzegging is beëindigd. In dit geval vindt de Geschillencommissie dat de verzekeraar voldoende reden had om de particuliere verzekering tussentijds te beëindigen. Dan is nog de vraag aan de orde of de verzekeraar de consument tijdig heeft gewaarschuwd en of daarbij is gewezen op de gevolgen als de het schadeverloop niet verandert. Dat is inderdaad in 2017 per brief gebeurd en die brief heeft de man ook ontvangen. De verzekeraar heeft daarmee zorgvuldig gehandeld en mocht de rechtsbijstandverzekering beëindigen. (GC 2022-0307)
Een man sluit in 2014 een rechtsbijstandverzekering af en dient vervolgens meerdere malen een verzoek om rechtshulp in. Té vaak naar de smaak van de verzekeraar die in 2017 laat weten dat een gemiddelde verzekerde eens in de zeven jaar een beroep doet op de rechtsbijstandverzekering. ‘Voor ons is het reden om de verzekerde te informeren als het aantal meldingen hoger ligt dan 2 meldingen in één jaar of 4 meldingen in 3 jaar’, schrijft de verzekeraar die daaraan toevoegt dat er, als de klant zo doorgaat, een waarschuwing per brief kan volgen met daarin mogelijke gevolgen voor de verzekering. ‘U kunt hierbij denken aan dat wij de dekking beperken of uw verzekering uiteindelijk opzeggen. Natuurlijk kunt u gebruik maken van de rechtsbijstandverzekering als u rechtshulp nodig heeft. Wij verwachten echter wel van u dat u hier kritisch mee om gaat.’
Toch dient de klant binnen twee jaar opnieuw vijf zaken in. In juni 2019 volgt een nieuwe brief waarin de verzekeraar aankondigt dat er, wanneer de klant binnen een jaar opnieuw om rechtshulp vraagt, een maatregel zal volgen. Kort hierna doet de klant toch opnieuw een melding. De verzekeraar laat daarop in een brief weten dat de rechtsbijstandverzekering per 23 november 2019 wordt beëindigd.
De consument is vooral boos over de opzegging omdat hij nu maar moeizaam een nieuwe verzekering kan afsluiten. Ook vindt hij dat de verzekeraar vooraf duidelijker had moeten zijn over wat de normen waren om rekening mee te houden.
De Geschillencommissie buigt zich over de zaak en stelt dat een verzekeraar die tussentijds de verzekering opzegt, want dat is hier het geval, volgens de wet (artikel 7:940 lid 3 BW) terughoudend moet zijn vanwege de belangen van de verzekeringsnemer. De verzekeraar moet zorgvuldig overwegen of de omstandigheden ernstig genoeg zijn om opzegging te rechtvaardigen.
De Geschillencommissie stelt vast dat in dit geval de verzekeraar voldoende reden had om de rechtsbijstandverzekering tussentijds te beëindigen. Het aantal verzoeken van de klant lag immers een stuk hoger dan gemiddeld. Maar het is de vraag of de verzekeraar de man voldoende duidelijk op de gevolgen heeft gewezen. Uit de overzichten van de verzekeraar blijkt dat bij deze verzekeringsnemer een grote behoefte aan rechtsbijstand bestond op verschillende onderwerpen. De maatregel om de dekking te beperken tot bepaalde onderwerpen lag daardoor niet voor de hand. De Geschillencommissie vindt dat de verzekeraar daar helder over had moeten zijn en in de brief van juni 2019 had moeten melden dat de verzekering bij een ongewijzigd claimgedrag zou worden beëindigd. Het in algemene zin benoemen van de mogelijke maatregelen – dekking beperken of beëindigen verzekering – vindt de Geschillencommissie in dit geval onvoldoende, omdat er in de praktijk slechts één maatregel mogelijk was. Kortom: de verzekeraar mocht de rechtsbijstandverzekering niet tussentijds opzeggen en moet deze herstellen. (GC 2023-0551)
Een man heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten waarvan hij veelvuldig gebruik maakt. De verzekeraar stuurt hem in september 2017 een brief met daarin deze boodschap: ‘Gemiddeld claimen onze klanten 1 geschil per 10 jaar. Uw claimgedrag ligt ver boven dit gemiddelde. De komende twee jaar zullen wij uw eventuele claims met extra aandacht volgen. Op basis van onze bevindingen daarvan besluiten wij dan om de verzekering voort te zetten, u een ander passend aanbod te doen of de verzekering zelfs helemaal op te zeggen.’ Binnen een jaar dient de man opnieuw een claim in. Dat is reden voor de verzekeraar om medio 2018 de verzekering op te zeggen per contractvervaldatum van 1 februari 2019.
Daar is de man het niet mee eens. Hij zegt de brief met de waarschuwing niet te hebben ontvangen. Hij wendt zich tot Kifid en de zaak wordt voorgelegd aan de Geschillencommissie. Die oordeelt dat een verzekeraar die vanwege een hoog schadeverloop een verzekering wil beëindigen eerst een waarschuwing moet geven. Zo krijgt de klant in ieder geval de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op zijn schadeverloop: de klant kan proberen om eventuele conflicten te voorkomen of geen nieuwe hulpverzoeken in te dienen.
Omdat de verzekeraar niet bestrijdt dat de consument de brief niet heeft ontvangen, gaat de Geschillencommissie ervan uit dat de verzekeraar niet heeft voldaan aan de vereiste zorgvuldigheid. De opzegging per contractvervaldatum is hierdoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en de rechtsbijstandverzekering moet worden hersteld. (GC 2019-465)
Uitleg
Consumenten sluiten een rechtsbijstandverzekering af zodat zij gebruik kunnen maken van juridische bijstand bij een conflict. Denk aan een arbeidsconflict, een burenruzie of een geschil met de gemeente.
Van een rechtsbijstandsverzekering kunt u niet onbeperkt gebruik maken. Vaak heeft de verzekeraar in de voorwaarden opgenomen dat een ‘bovengemiddeld schadeverloop’ reden kan zijn om de verzekering op te zeggen. Verzekeraars gebruiken hiervoor normen die zij baseren op gemiddelden.
Bij een hoog schadeverloop kan een verzekeraar uw verzekering niet zomaar opzeggen. Er moet rekening worden gehouden met uw belangen. De gevolgen van een opzegging zijn namelijk groot omdat het voor u lastiger wordt een nieuwe verzekering te sluiten bij een andere verzekeraar. Een nieuwe verzekeraar zal altijd vragen of er in het verleden een verzekering met u is opgezegd en waarom.
Er zijn in principe twee momenten waarop de verzekeraar de verzekering wegens een ‘bovengemiddeld schadeverloop’ kan opzeggen: tegen het einde van de overeenkomst of tussentijds. Voor een tussentijdse opzegging gelden strengere regels.
- Opzeggen tegen het einde van de overeenkomst
Wanneer de verzekeraar de verzekering per contractvervaldatum wil opzeggen, moet u over dat voornemen tijdig geïnformeerd worden, minimaal twee maanden voor de contractvervaldatum. Maar: eerst moet u door de verzekeraar zijn gewaarschuwd voor de gevolgen van uw (vele) hulpverzoeken. Immers: u krijgt dan nog de kans om invloed uit te oefenen op uw schadeverloop. U kunt dan proberen om nieuwe conflicten te voorkomen of ervoor kiezen om in geval van een conflict niet om rechtsbijstand te vragen. Bent u niet door de verzekeraar gewaarschuwd, dan is de opzegging per contractvervaldatum naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De verzekeraar moet de rechtsbijstandverzekering dan met terugwerkende kracht herstellen en deze loopt dan in ieder geval door tot de eerstvolgende contractvervaldatum. - Tussentijdse opzegging van de overeenkomst
Voor de tussentijdse opzegging van de rechtsbijstandverzekering gelden strengere wettelijke vereisten. Ten eerste moet deze mogelijkheid in de verzekeringsvoorwaarden zijn opgenomen. Maar dan nog moet de verzekeraar terughoudend zijn in het toepassen ervan: de omstandigheden moeten zodanig zijn dat van de verzekeraar eigenlijk niet verwacht kan worden dat hij de overeenkomst voortzet. Dat staat in de wet (artikel 7:940 lid 3 BW).Ten tweede is een uitgebreide waarschuwing nodig. De verzekeraar moet in geval van een tussentijdse opzegging:- u tijdig informeren over het schadeverloop,
- oplossingen aandragen om het schadeverloop te wijzigen, en
- u op duidelijke wijze informeren over de mogelijke gevolgen als het schadeverloop niet wijzigt.
Als dit alles niet zorgt voor een aangepast schadeverloop, dan moet de verzekeraar de opzegging voldoende onderbouwen. Een volledig en juist overzicht van de door u ingediende schadeclaims hoort daarbij. Tot slot moet de verzekeraar een termijn van twee maanden in acht nemen. Heeft de verzekeraar aan één of meerdere vereisten niet voldaan, dan is de tussentijdse opzegging niet rechtsgeldig. De rechtsbijstandverzekering zal dan gewoon doorlopen tot in ieder geval de datum dat de verzekering afloopt (de contractvervaldatum).
Tips
- Controleer of in de verzekeringsvoorwaarden staat dat een hoog/bovengemiddeld schadeverloop een reden is om de rechtsbijstandverzekering tussentijds op te zeggen.
- Controleer of de verzekeraar u tijdig heeft geïnformeerd over de opzegging van de rechtsbijstandverzekering.
- Controleer of de verzekeraar u op een zorgvuldige manier heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van uw claimgedrag en houd er rekening mee dat bij een tussentijdse opzegging de verzekeraar extra zorgvuldig moet zijn.
- Ga na of er omstandigheden zijn die maken dat de opzegging in uw specifieke situatie onaanvaardbaar is in het licht van de redelijkheid en billijkheid.
Meer over dit onderwerp
Gedragscode geïnformeerde verlenging en contractstermijnen particuliere schade- en inkomensverzekeringen van het Verbond van Verzekeraars
Artikel 940 lid 1 Burgerlijk Wetboek Boek 7 (opzegging per contractvervaldatum)
Artikel 940 lid 3 Burgerlijk Wetboek Boek 7 (tussentijdse opzegging)
Artikel 248 lid 2 Burgerlijk Wetboek Boek 6 (redelijkheid en billijkheid)
In de reeks Kifid Kennis ook aandacht voor wat u kunt doen als u vindt dat een rechtsbijstandverzekeraar uw zaak niet goed aanpakt. Meer hierover in het kennisdocument: https://www.kifid.nl/kennis/de-rechtsbijstandverzekeraar-pakt-mijn-zaak-niet-goed-aan-mag-ik-een-second-opinion/
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.