Mijn Kifid

Kifid KennisHoe ver gaat de zorgplicht van mijn verzekeringstussenpersoon?

De situatie

Een verzekeringstussenpersoon helpt u met het afsluiten van uw verzekeringen. Op enig moment bent u ontevreden over deze samenwerking. U bent van mening dat de verzekeringstussenpersoon een fout heeft gemaakt of niet goed heeft geadviseerd. U wilt weten of dat zo is. En als dat zo is of er dan recht bestaat op een schadevergoeding.

De algemene regel

Op een verzekeringstussenpersoon rust een zorgplicht; deze moet het werk voor u uitvoeren als een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur. Zo staat het in de wet. Of een verzekeringstussenpersoon in een specifieke situatie de wettelijke zorgplicht geschonden heeft, hangt altijd af van de omstandigheden van het geval. Ook speelt mee of u aanvullende afspraken met de adviseur heeft gemaakt over eventuele nazorg, bijvoorbeeld in een service-abonnement.

Zes voorbeelden

 

Uitleg

Een verzekeringstussenpersoon (ook wel assurantietussenpersoon, intermediair of verzekeringsadviseur) bemiddelt tussen u en de verzekeraar. Een tussenpersoon kan een financieel adviseur zijn bij een advieskantoor maar ook banken kunnen verzekeringsadvies geven aan klanten. Een verzekeringstussenpersoon helpt u met het vinden en afsluiten van de juiste verzekering(en) en staat u bij in geval van schade.

Een verzekeringstussenpersoon heeft een zorgplicht. Die is in de wet vastgelegd en in de rechtspraak verder uitgewerkt. Op grond van het Burgerlijk Wetboek (BW) is een verzekeringstussenpersoon tegenover u verplicht om bij de werkzaamheden de zorg te betrachten die van een ‘redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon’ verwacht mag worden. Daarmee wordt bedoeld dat u mag verwachten dat de adviseur beschikt over de nodige vakkennis en deskundigheid, dat deze uw financiële belangen behartigt en u zorgvuldig adviseert.

De zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon geldt niet alleen tijdens het sluiten van de overeenkomst. Deze moet zich ook daarna met uw verzekeringen bemoeien. De tussenpersoon mag dus niet stil blijven zitten wanneer deze tijdens de looptijd van uw verzekeringen kennisneemt van feiten of omstandigheden die meebrengen dat de verzekeringen mogelijk aanpassingen behoeven. Dit kunnen feiten of omstandigheden zijn in uw situatie zoals een overlijden, gezinsuitbreiding of verhuizing. Maar het kan ook gaan om wezenlijke wijzigingen in het product dat u heeft afgesloten: bijvoorbeeld nieuwe beveiligingsvereisten bij een schadeverzekering.

Dat alles betekent echter niet dat de verzekeringstussenpersoon u moet te berichten over algemene marktontwikkelingen (zie voorbeeld 3). Ook heeft u een eigen verantwoordelijkheid om de verzekeringstussenpersoon te informeren over wijzigingen in uw situatie. Bijvoorbeeld: u bent gestopt met het maken van verre reizen waardoor uw doorlopende reisverzekering kan vervallen of u heeft zonnepanelen laten plaatsen waardoor uw opstalverzekering mogelijk aandacht behoeft.

Naast de wettelijke zorgplicht die voortvloeit uit het Burgerlijk Wetboek en de Wet financieel toezicht (Wft) kunt u aanvullende diensten verwachten wanneer u daarover afspraken met de verzekeringstussenpersoon heeft gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een service-abonnement. Het is belangrijk dat u heldere afspraken maakt en weet wat u kunt verwachten.

In de zorgplichtzaken in dit kennisdocument is het vaak van belang wat er tussen partijen is besproken en waar u als klant op mocht rekenen of vertrouwen. De verzekeringstussenpersoon is degene die het dossier moet bijhouden zodat deze gedocumenteerd kan aantonen dat u correct bent geïnformeerd. Vaak gaan de geschillen immers over verwachtingen over en weer. Wat is er nu precies uitgelegd en besproken? Waar mocht u vanuit gaan? De adviseur moet als professionele dienstverlener kunnen laten zien hoe deze heeft gehandeld. Kan de verzekeringstussenpersoon dat niet, dan kan uw zienswijze als klant meer gewicht krijgen.

Wanneer wordt vastgesteld dat de verzekeringstussenpersoon de zorgplicht heeft geschonden, betekent dat niet direct dat deze verplicht is om een bedrag aan u te vergoeden. Niet alleen moet er sprake zijn van schade, maar deze schade moet ook nog het directe gevolg zijn van de zorgplichtschending (zie voorbeelden 1 en 4). Er wordt dan nagegaan wat er (vermoedelijk) zou zijn gebeurd als de adviseur juist zou hebben gehandeld. Als de schade niet het directe gevolg is van de fout van de adviseur, dan komt die schade niet voor vergoeding in aanmerking. Als sprake is van een zorgplichtschending kan het onder bepaalde omstandigheden redelijk zijn dat de adviseur een deel van de advieskosten moet terugbetalen, ook als het handelen van de adviseur verder niet tot schade heeft geleid. Dit zal waarschijnlijk eerder voorkomen als er sprake is van een service-abonnement.

Tips

  • Besef dat u zelf een plicht heeft om de ontvangen documentatie te bekijken. Controleer het polisblad en lees de polisvoorwaarden door. Zo kunt u controleren of de verzekering overeenkomt met uw wensen en voorkomt u dat u op een later moment voor vervelende verrassingen komt te staan.
  • Het is uw verantwoordelijkheid om wijzigingen in uw situatie actief door te geven aan de verzekeringstussenpersoon.
  • Informeer goed bij uw adviseur op welke dienstverlening u kunt rekenen. Sommige adviseurs werken met service-abonnementen waar een ruimere dienstverlening onderdeel van is. Zorg dat u goed begrijpt waar u recht op heeft.
  • Voor financiële dienstverleners: maak notities, leg gesprekken en afspraken vast. Kunt u niet voldoen aan de verzwaarde motiveringsplicht dan pakt dat veelal uit in het voordeel van de consument.

Meer informatie over dit onderwerp

 

De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.

Ook interessant