Kifid KennisIk moet van de bank met spoed het dekkingstekort op mijn beleggingsrekening aanzuiveren, wat nu?
Geplaatst op
22 december 2022De situatie
U heeft een beleggingsrekening en maakt daarbij gebruik van een effectenkrediet. Of u heeft opties geschreven. Door sterk schommelende aandelenkoersen ontstaat er een dekkingstekort op uw beleggingsrekening. De bank geeft u vijf werkdagen om het tekort aan te zuiveren, maar het kan ook gaan om twee dagen of slechts één uur. U wilt weten wat uw rechten en mogelijkheden zijn. Hoe moet de bank u informeren? Kunt u om uitstel vragen? En mag de bank zelfstandig uw beleggingen verkopen?
De algemene regel
Als uw beleggingsrekening een dekkingstekort heeft, dan moet u dat tijdig aanzuiveren. Dat kan door optieposities te sluiten, beleggingen te verkopen of geld bij te storten (bijvoorbeeld van uw betaal/spaarrekening). U moet dit tijdig doen: de bank verleent zelden uitstel en zal, als u niet handelt, zelf posities sluiten of beleggingen uit uw beleggingsportefeuille verkopen. Daarvoor hoeft de bank niet eerst met u te overleggen.
Vier voorbeelden
Een belegger heeft een execution-only beleggingsrekening bij een bank, hij handelt dus zelfstandig. Op enig moment heeft hij put opties geschreven en dus de verplichting om – als de optie wordt uitgeoefend – de onderliggende waarden af te nemen. Om er zeker van te zijn dat de belegger deze mogelijke afnameverplichting in ieder geval deels kan nakomen, moet hij een zekerheid (‘margin’) aanhouden: de zogenoemde marginverplichting.
Medio maart 2020 ontstaat vanwege die marginverplichting een dekkingstekort en treedt de zogenoemde ‘5-dagen procedure’ in werking. De belegger heeft vier werkdagen om het dekkingstekort aan te zuiveren, zodat er op dag vijf geen tekort meer is. Deze boodschap stuurt de bank per brief, maar vanwege de coronacrisis zit de belegger op dat moment vast in Spanje en bereikt de brief hem niet. Doordat het dekkingstekort vervolgens niet tijdig wordt aangezuiverd, heft de bank het dekkingstekort zelf op door het sluiten van optieposities. De belegger is daar niet over te spreken. Hij heeft ook andere rekeningen bij dezelfde bank en stelt dat hij het dekkingstekort makkelijk had kunnen aanzuiveren. Hij vindt dat de bank telefonisch contact had moeten opnemen. Eén telefoontje en de zaak was direct in orde gemaakt.
De Geschillencommissie van Kifid stelt dat de bank wettelijk verplicht is om uiterlijk op dag 5 optieposities te sluiten om zo het dekkingstekort op te heffen. De coronacrisis – hoe ingrijpend en uitzonderlijk ook – verandert daar niets aan. Het doel van deze wettelijke verplichting is namelijk dat de bank cliënten beschermt tegen oplopende verliezen uit optietransacties. Ook geeft de margin zekerheid aan de markt dat de cliënt zijn verplichting kan nakomen om de onderliggende waarde af te nemen.
Dat de belegger het dekkingstekort makkelijk had kunnen aanzuiveren vanuit zijn andere rekeningen staat niet ter discussie. Maar had dat reden voor de bank moeten zijn om telefonisch contact op te nemen? Daar is geen wettelijke verplichting voor. De aanzuiveringsprocedure staat beschreven in artikel 86 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo), maar dat artikel regelt niet hoe een belegger geïnformeerd moet worden. De bank heeft de procedure nader uitgewerkt in de Algemene Voorwaarden Beleggen. In artikel 9.4 daarvan staat dat de bank moet waarschuwen voor een dekkingstekort en dat de bank dit ‘schriftelijk en soms ook telefonisch’ doet. Telefonisch contact is dus een mogelijkheid, maar geen verplichting.
Ook de zorgplicht van de bank gaat niet zover dat de bank de consument telefonisch had moeten waarschuwen voor het dekkingstekort. Daarbij is van belang dat het hier gaat om een execution only overeenkomst. De belegger heeft daarbij een eigen verantwoordelijkheid. De bank hoeft niet actief na te gaan of een belegger mogelijk over andere middelen beschikt om het dekkingstekort aan te zuiveren. De belegger krijgt ongelijk. (GC 2020-876)
Een belegger heeft een execution only beleggingsrekening. Zijn broker laat hem weten dat de manier waarop de ‘margin’ berekend wordt, vier dagen later zal worden gewijzigd. Op 17 maart 2020 mailt de broker aan de belegger dat er een negatieve vrije ruimte van ruim 87.000 euro is geconstateerd. De consument wordt verzocht dit tekort binnen een uur aan te zuiveren. De belegger maakt daarop een bedrag van 2.000 euro over naar de beleggingsrekening en probeert de broker te bellen. Dat lukt niet en later die dag zuivert de broker eigenhandig de beleggingsrekening aan door het sluiten van posities. De belegger zegt daardoor 3.300 euro schade te hebben geleden. Hij vindt dat hij meer tijd had moeten krijgen.
De Geschillencommissie van Kifid wijst erop dat de broker handelt zoals artikel 86 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) voorschrijft. Het wetsartikel vermeldt daarin een maximale termijn van vijf dagen. In de Voorwaarden Beleggingsdiensten is vervolgens uitgewerkt hoe de broker met deze verplichting omgaat. Hierin staat dat de broker het recht heeft van tijd tot tijd de berekening van de margin aan te passen. Verder staat in de Voorwaarden Beleggingsdiensten dat de broker een margintekort, als de cliënt het zelf niet tijdig aanzuivert, kan aanzuiveren door het sluiten van posities in diens portefeuille. De Geschillencommissie constateert dan ook dat de broker niet in strijd met artikel 86 BGfo of met de voorwaarden heeft gehandeld door een termijn van een uur te bieden voor het aanzuiveren van het margintekort en vervolgens posities te sluiten. Ook heeft de broker niet op een manier gehandeld die naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is. De marginverplichting is er om beleggers te beschermen tegen (schulden veroorzaakt door) snel en hoogoplopend verlies en de wijziging hing samen met onvoorziene marktomstandigheden, te weten de ontwikkelingen rond Covid-19. Ook geeft de margin zekerheid aan de markt dat beleggers hun verplichting uit de optiepositie kunnen nakomen. Dat de belegger zich beklaagt over de manier van communiceren (een email) kan hem ook niet helpen: in artikel 10.10 en 12.9 van de Voorwaarden Beleggingsdienstverlening wordt e-mail vermeld als een van de mogelijke vormen van communicatie. De belegger krijgt op alle punten ongelijk. (GC 2021-0007)
Een klant heeft een effectenkrediet bij de bank: een krediet met een effectenportefeuille als onderpand. Op 11 maart 2020, aan het begin van de coronacrisis, constateert de bank op de rekening van de consument een dekkingstekort en verstuurt de bank per e-mail een ‘tekortenbericht’ om de consument te waarschuwen. Daarbij vraagt de bank om het tekort binnen vijf dagen aan te zuiveren. De klant verzoekt op zijn beurt om uitstel. Hij kan geen geld storten en wil zijn aandelen niet met zoveel verlies verkopen. Ook verwijst hij naar de uitzonderlijke situatie met de uitbraak van het coronavirus. De bank houdt echter voet bij stuk en uiteindelijk verkoopt de belegger een aantal aandelen. Onder protest, want gelet op de coronacrisis had de bank zich soepel moeten opstellen en hem uitstel moeten verlenen vindt hij. Hij stelt de bank aansprakelijk voor de verliezen.
De Geschillencommissie van Kifid buigt zich over de zaak en stelt vast dat de tekortenprocedure die de bank heeft gevolgd niet afwijkt van de Basishandleiding Zelf Beleggen. Met deze basishandleiding is de belegger akkoord gegaan toen hij de rekening opende.
Hoewel de Geschillencommissie begrijpt dat de houding van de bank star overkomt op de belegger, is het niet onredelijk of onaanvaardbaar dat de bank strikt vasthoudt aan de (gangbare) termijn van 5 werkdagen. De tekortenprocedure is er immers om beleggers te beschermen. Had de bank wel uitstel verleend, dan had dat gunstig kunnen uitpakken voor de consument (bij stijgende koersen) maar ook ongunstig (bij verder dalende koersen). De coronacrisis maakt dit niet anders. Om die reden kan de coronacrisis er niet toe leiden dat de bank aan de belegger uitstel had moeten verlenen. De vordering wordt afgewezen; de bank is niet aansprakelijk voor de verliezen van de belegger. (GC 2021-0064)
Een belegger belegt op basis van execution only. Er ontstaat in korte tijd tweemaal een margintekort en hij ontvangt daarover brieven van de bank. Het lukt de belegger beide keren om met de bank af te spreken de 5-dagen termijn op te rekken, zodat hij tijd heeft om geld vanuit het buitenland te laten komen. Pas wanneer dit na drie keer uitstel niet gebeurt, besluit de bank om zelf een aantal posities te verkopen. De belegger stapt daarop naar de Geschillencommissie en eist een schadevergoeding van de bank. Hij stelt dat wanneer de bank zich had gehouden aan de wettelijke verplichting hij er beter voor had gestaan.
De Geschillencommissie wijst op de wettelijke verplichting van de bank om te handelen in geval van een margintekort. Een bank heeft geen vrijheid om van die plicht af te wijken, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de voorschriften rechtvaardigen. Die ziet de Geschillencommissie in dit geval niet: dat de belegger wachtte op geld uit het buitenland is geen reden om af te wijken van de maximale termijn. De Geschillencommissie stelt vast dat de bank zelf niet de 5-dagen termijn heeft gerespecteerd en pas op een veel later moment posities heeft verkocht. Volgens de belegger heeft hij daardoor twee ton schade geleden. Maar, stelt de Geschillencommissie, de belegger draagt zelf ook schuld. Hij is een ervaren belegger en ook al had hij de impact van een margintekort al eerder meegemaakt, wist hij toch de bank te bewegen om de 5-dagen termijn te verlengen. Het percentage eigen schuld wordt op vijftig procent gesteld. De bank moet de belegger dus een ton vergoeden. (GC 2015-012)
Uitleg
Waar het in dit kennisdocument over ‘banken’ gaat, worden ook ‘brokers’ bedoeld.
Een margin-of dekkingstekort kan ontstaan in twee situaties: bij het schrijven van put en call opties en bij een effectenkrediet.
- Opties
Een belegger die een put optie schrijft, neemt de verplichting op zich om de onderliggende waarden (bijvoorbeeld aandelen) af te nemen als de optie wordt uitgeoefend. Om er zeker van te zijn dat hij deze mogelijke afnameverplichting nakomt, moet hij als zekerheid een bepaalde marge (‘margin’) op zijn beleggingsrekening aanhouden. Datzelfde geldt voor de belegger die een call optie schrijft: als deze belegger de onderliggende waarden (bijvoorbeeld aandelen) niet in zijn beleggingsportefeuille heeft – de optie is ‘ongedekt’ geschreven – dan moet ook deze belegger een margin aanhouden. Formeel spreken we hier van een margintekort, maar ook de term dekkingstekort wordt gebruikt. - Effectenkrediet
De tweede manier waarop een dekkingstekort kan ontstaan, is in een effectenkrediet. Een effectenkrediet is een (doorlopend) krediet met een effectenportefeuille als onderpand. De bank kent aan (elke belegging in) de portefeuille een bepaalde dekkingswaarde toe. Als de dekkingswaarde van de effectenportefeuille daalt (bijvoorbeeld doordat de aandelenkoersen dalen), kan er een dekkingstekort ontstaan. Formeel spreken we hier niet van een margintekort, maar van een dekkingstekort.
Het verschil tussen een margintekort en een dekkingstekort is dat de eerste in de wet is opgenomen en de tweede niet. Banken en brokers nemen echter beide soorten op in hun algemene voorwaarden en hanteren voor beide ook een soortgelijke tekortenprocedure. De Geschillencommissie van Kifid behandelt een zaak over een margintekort niet anders dan een zaak over een dekkingstekort.
De wettelijke marginverplichting beschermt marktpartijen tegen het risico dat een belegger zijn verplichtingen niet nakomt. Tegelijkertijd beschermt de marginverplichting ook de belegger zelf: zonder toereikende margin zou hij, door het fluctueren van onderliggende waarden, worden blootgesteld aan het risico op snel en hoogoplopende verliezen.
De wet schrijft niet voor hoe banken de marginverplichting moeten berekenen: banken zijn daar vrij in. Het betekent ook dat de ene bank daarin strenger kan zijn dan een andere bank. De bank mag de marginberekening ook wijzigen, mits dat in de algemene voorwaarden is overeengekomen.
De wet schrijft niet voor hoe een bank een consument moet inlichten. Vaak staat in de algemene voorwaarden uitgewerkt hoe de bank of broker dit doet. Vaak worden meerdere vormen van communicatie daarin genoemd: brief, e-mail, sms of telefonisch.
Wanneer een dekkingstekort ontstaat, treedt de zogenoemde tekortenprocedure in werking: de bank bericht de belegger dat hij binnen een bepaalde termijn het tekort moet aanzuiveren. Zo’n bericht wordt wel de ‘margin call’ genoemd. Is er na de gestelde termijn nog steeds een tekort, dan zal de bank zelf posities gaan sluiten of beleggingen verkopen. De maximumtermijn waarbinnen de belegger het tekort moet aanzuiveren, is vijf werkdagen. Dit volgt uit artikel 86 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) . Veel banken sluiten aan bij die termijn, maar sommige banken hanteren een kortere termijn; twee dagen komt voor, maar ook slechts één uur. Zie ook de voorbeelden in dit kennisdocument.
Zowel bij een dekkingstekort (effectenkrediet) als een margintekort (opties) kan het zijn dat een belegger op een ongunstig moment gedwongen wordt om zijn beleggingen te verkopen of dat de bank dat voor hem doet. Dat kan oneerlijk overkomen. Daarbij moet bedacht worden dat de tekortenprocedure bedoeld is om u als belegger te beschermen. Zou de bank uitstel verlenen, dan kan dat weliswaar gunstig uitpakken (als de koersen weer zouden stijgen), maar het kan ook ongunstig uitpakken (als de koersen verder zouden dalen). Ook moet bedacht worden dat de bank een wettelijke verplichting heeft. Wanneer de bank de belegger uitstel gunt, dan schendt de bank mogelijk haar zorgplicht en loopt de bank het risico aansprakelijk te worden gesteld. Zie voor deze situatie ook de voorbeelden in dit kennisdocument.
Wanneer u een klacht bij Kifid indient, zal de Geschillencommissie beoordelen of de bank de wettelijke bepalingen en de eigen algemene voorwaarden (waarmee u akkoord bent gegaan) correct heeft gevolgd. Daarnaast beoordeelt de Geschillencommissie of de bank heeft voldaan aan de zorgplicht die zij heeft richting consumenten. Hierbij is van belang dat de bank ook juist aan de zorgplicht voldoet door de tekortenprocedure te volgen. Ook speelt mee dat in geval van execution only een belegger een grote eigen verantwoordelijkheid draagt. Tot slot beoordeelt de Geschillencommissie of is voldaan aan de eisen van redelijkheid en billijkheid: het handelen van de bank mag niet onaanvaardbaar zijn. Uit de uitspraken blijkt dat dit laatste niet snel het geval is.
Tips
- Opent u een beleggingsrekening? Bestudeer (vooraf) de algemene voorwaarden voor beleggen van de bank of broker. Daarin wordt uitgelegd hoe de tekortenprocedure verloopt.
- Let op hoe de bank communiceert in geval van een tekortenprocedure en zorg dat u op die kanalen ook daadwerkelijk te bereiken bent.
- Wacht niet af tot de bank zelf posities gaat sluiten/beleggingen uit uw beleggingsportefeuille gaat verkopen om het dekkingstekort op te heffen.
Meer over dit onderwerp
- GC 2022-0170
- GC 2022-0002
- GC 2021-1010 (o.a. hoe margin berekenen)
- GC 2021-0114
- GC 2020-343 (o.a. over wijzigen marginberekening)
- GC 2020-185
- GC 2019-869
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.