Kifid KennisMijn bank of kredietverstrekker beschuldigt mij van fraude, wat nu?
Geplaatst op
16 juni 2022De situatie
U bent door een bank of een kredietverstrekker beschuldigd van fraude, bijvoorbeeld omdat u zich als geldezel heeft laten gebruiken of omdat u valse gegevens heeft verstrekt met het doel een (hogere) lening of een (hoger) krediet te verkrijgen. Als gevolg daarvan treft de bank of kredietverstrekker maatregelen tegen u. U wilt weten of u daar iets tegen kunt doen. Hierna wordt alleen over banken geschreven, maar ook andere kredietverstrekkers kunnen u beschuldigen van fraude. Dan geldt hetzelfde.
De algemene regel
Een bank kan een u niet zomaar beschuldigen van fraude. De bank zal moeten aantonen dat het uw bedoeling was om de bank met opzet te misleiden of dat u zich schuldig hebt gemaakt aan witwassen. Is dat het geval dan mag de bank diverse maatregelen treffen.
Drie soorten bancaire fraude
Geldezel, money mule of katvanger
Een geldezel, ook wel katvanger en in het Engels money mule genoemd, is iemand die, vaak tegen een vergoeding, zijn betaalrekening door een ander laat gebruiken. Die ander stort daar vervolgens voor een korte periode geld op dat door een strafbaar feit is verkregen, zoals phishing, whatsappfraude of webshopfraude. Vooraf maken geldezels afspraken met de crimineel over het afgeven van de betaalpas en de pincode. Op die manier blijft de crimineel zelf buiten beeld van politie en justitie. Het is niet toegestaan om uw betaalrekening door iemand anders te laten gebruiken.
Valse gegevens opgeven bij het aanvragen van een lening/hypotheekfraude
Een hoger inkomen opgeven of documenten vervalsen om zo een hogere (hypothecaire) lening te bemachtigen wordt gezien als fraude. Denk aan het vervalsen van loonstroken of rekeningafschriften of het overleggen van een te rooskleurige werkgeversverklaring. Ook het meewerken eraan, bijvoorbeeld als werkgever een werkgeversverklaring niet waarheidsgetrouw invullen, kan gevolgen hebben.
Bouwdepotfraude
Een andere vorm van hypotheekfraude is bouwdepotfraude. Een bouwdepot is bedoeld voor de verbouwing van de woning. Bij bouwdepotfraude wordt het geld uit het depot niet gebruikt voor de verbouwing, maar voor andere doelen. Ook het insturen van valse facturen om zo gelden uit het bouwdepot te krijgen is fraude.
Twee voorbeelden
Een consument heeft een betaalrekening met betaalpas en internetbankieren. Op enig moment reageert hij via Snapchat op een advertentie waarin staat dat hij snel geld kan verdienen. De consument stelt later dat hij de adverteerders heeft ontmoet en onder bedreiging van een mes zijn betaalpas heeft afgegeven en zijn telefoon heeft ontgrendeld. Hierop volgen een aantal pogingen tot het verhogen van de limiet van de betaalpas, een reeks transacties, en geldopnames bij een geldautomaat. De bedragen die werden bijgeschreven op de betaalrekening van de consument en vervolgens met zijn betaalpas werden opgenomen, waren afkomstig van slachtoffers van marktplaatsfraude. Volgens de consument zijn deze handelingen niet door hem verricht.
In de daaropvolgende week neemt de consument meerdere keren contact op met de bank om het misbruik van zijn rekening door te geven. De bank onderzoekt de gebeurtenissen en laat weten dat de bancaire relatie met de consument wordt beëindigd en dat hij voor een termijn van acht jaar wordt opgenomen in het Interne Verwijzingsregister (IVR), het Incidentenregister en het Externe Verwijzingsregister (EVR). Over deze registraties beklaagt de consument zich bij Kifid.
De Geschillencommissie is het met de bank eens dat de omschreven gebeurtenissen passen bij het gedragspatroon van iemand die als geldezel fungeert. Een geldezel stelt zijn bankrekening ter beschikking van criminelen, die geld weghalen bij slachtoffers en het via de bankrekening van de geldezel opnemen. De Geschillencommissie stelt vast dat de consument als geldezel betrokken is geweest bij fraude. Het verhaal over de bedreiging met een mes is ongeloofwaardig omdat het dan voor de hand had gelegen dat de consument direct aangifte had gedaan en zijn pas had geblokkeerd.
De Geschillencommissie concludeert dat de consument willens en wetens zijn betaalpas en pincode aan een derde heeft gegeven om zo snel geld te verdienen. Daarom mag de bank de persoonsgegevens van deze consument registreren in het EVR. Wel heeft de bank zich te houden aan het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI) en aan de in Nederland geldende privacywetgeving. Die schrijven afweging van proportionaliteit voor en daarbij wegen de belangen van de betrokken consument mee. De Geschillencommissie ziet aanleiding om de duur van de externe registratie te verkorten tot zes jaar. Dienstdoen als geldezel is zeer verwijtbaar, maar er zijn nog zwaardere feiten denkbaar.
De registraties in de Gebeurtenissenadministratie en het IVR zijn wel proportioneel: die zijn immers alleen voor intern gebruik bij de bank. De registraties zorgen ervoor dat de consument niet langer gebruik kan maken van de diensten van de groep van financiële ondernemingen waarvan de bank deel uitmaakt. Dat hoeft het aanvragen van een rekening bij een andere bank niet in de weg te staan. (GC 2022-0335)
Een klant vraagt een hypotheek aan. Op het moment van de aanvraag en het ondertekenen van de offerte is hij nog in dienst bij zijn werkgever. Maar op het moment dat de hypothecaire lening daadwerkelijk wordt verstrekt, is het dienstverband afgelopen. Wanneer de bank daarachter komt, volgen maatregelen. De bank doet aangifte van valsheid in geschrifte en oplichting door het plegen van hypotheekfraude. Ook zegt de bank de bancaire relatie inclusief de hypothecaire geldlening op. Bovendien worden de gegevens van de consument voor de duur van acht jaar opgenomen in het Incidentenregister, het Externe Verwijzingsregister (EVR), het Interne Verwijzingsregister (IVR) en het Extern Verwijzingsregister van de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH).
De consument stelt dat hij nog voordat de hypotheek werd verstrekt elders werk heeft gevonden en zijn maandlasten voor de hypothecaire geldlening altijd heeft voldaan. Toch is de bank van mening dat de consument de bank in een risicovolle situatie heeft gebracht. Deze gedragingen leveren volgens de bank een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld aan hypotheekfraude op waardoor registratie in het EVR geoorloofd zou zijn.
De Geschillencommissie is het daar niet mee eens. De bank heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar uitleg de enige mogelijke uitleg is. De uitleg van de consument zou waar kúnnen zijn. Er kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een meer dan redelijk vermoeden van schuld aan hypotheekfraude. Daarom is registratie in het EVR niet geoorloofd. Wel is de Geschillencommissie van oordeel dat er sprake is van een gebeurtenis die de zorg en aandacht van de bank behoeft en daarom is registratie in het IVR wel geoorloofd.
Tot slot geeft de Geschillencommissie een oordeel over de beëindiging van de bankrelatie. De bank heeft die bevoegdheid volgens artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden, die van toepassing zijn op het gebruik van alle bankproducten van de consument. Op grond van die bepaling staat het de bank vrij de relatie met de consument op te zeggen indien daartoe voldoende aanleiding bestaat en de reden van opzegging aan de consument is medegedeeld. Hier speelt echter wel de redelijkheid en billijkheid een rol. De bank moet rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van de consument. De consument heeft niet gesteld dat (en hoe) hij in zijn belangen wordt geschaad door de opzegging van de betaalrekening en de hypothecaire geldlening. Gelet hierop en gelet op de vaststelling dat er sprake is van een redelijk vermoeden van hypotheekfraude, is de commissie van oordeel dat de bankrelatie beëindigd mocht worden. (GC 2021-0714)
Uitleg
De bank kan u niet zomaar beschuldigen van (een vermoeden van) fraude. Het is aan de bank om de fraude, wanneer u die gemotiveerd betwist, te bewijzen. Een voorbeeld van een gemotiveerde betwisting is het inbrengen van een andere en aannemelijke gang van zaken.
Voor de vaststelling van fraude is onvoldoende dat er onregelmatigheden in het dossier zijn of dat zich iets opvallends heeft voorgedaan. De vaststelling van fraude is steeds afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, zoals de waarschijnlijkheid van de door de consument geschetste gang van zaken en de verklaring van de consument met betrekking tot de onregelmatigheden.
De bank kan verschillende maatregelen treffen wanneer sprake is van fraude. Ook een combinatie van maatregelen komt vaak voor.
-
Beëindigen bankrelatie
De bank heeft de mogelijkheid om de relatie met u op te zeggen. Denk aan uw betaalrekening, maar ook aan andere bankproducten. Ook kan de bank een krediet of hypothecaire lening opeisen. Die bevoegdheid is vastgelegd in de algemene voorwaarden van de bank. De bank mag niet van deze bevoegdheid gebruik maken op een manier die naar ‘maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ onaanvaardbaar zou zijn. Het is aan u om aan te tonen dat de opzegging in uw geval te grote gevolgen heeft.
-
Strafrechtelijke gevolgen
De bank kan aangifte doen bij de politie waarna u het risico loopt op strafrechtelijke vervolging. Dit kan leiden tot een geldboete, een werkstraf, een gevangenisstraf of een combinatie daarvan.
-
Weigeren aangevraagd product/aangevraagde dienst
De bank kan in het geval van fraude weigeren het aangevraagde product of de aangevraagde dienst aan u te verstrekken. De bank heeft een zekere beleids- en contractsvrijheid, die onder meer inhoudt dat het haar vrijstaat te bepalen met wie en onder welke voorwaarden zij een overeenkomst wenst aan te gaan.
-
Registratie van uw persoonsgegevens
De bank kan besluiten uw persoonsgegevens in het interne en/of externe waarschuwingssysteem op te nemen. Voor het externe waarschuwingssysteem geldt dat een meer dan redelijk vermoeden van schuld noodzakelijk is. Ook moet de proportionaliteit van de maatregel worden afgewogen en dient een belangenafweging plaats te vinden. De Geschillencommissie kan in geval van persoonlijke zwaarwegende omstandigheden besluiten dat de duur van de registratie moet worden bekort. Lees hier meer over in Kifid Kennisdocument Help, de bank of verzekeraar neemt mij op in een waarschuwingsregister.
Tips
- Laat nooit iemand anders gebruikmaken van uw betaalrekening, betaalpas en/of pincode. Dit mag niet en kan verstrekkende gevolgen hebben, bijvoorbeeld als blijkt dat u als geldezel wordt gebruikt.
- Geldezels zijn vaak jong: tieners of begin twintig. Druk uw kinderen daarom op het hart om niet in te gaan op een verzoek om hun betaalrekening, betaalpas en/of pincode te laten gebruiken door iemand anders.
- Lever alleen echte documenten aan voor het aanvragen van een lening en pas daarop niets aan. Ook niet als u denkt dat de aanpassing niet zo groot of belangrijk is.
Meer over dit onderwerp
Lees in Kifid Kennisdocument ‘Help, de bank of verzekeraar neemt mij op in een waarschuwingsregister’ alles over de verschillende waarschuwingssystemen en de bijbehorende voorwaarden.
Banken en andere hypotheekverstrekkers werk samen in de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken om hypotheekfraude aan te pakken en te voorkomen. Meer informatie hierover vindt u op de website van de Nederlandse Vereniging van Banken.
Meer informatie over hoe u kunt herkennen dat u als geldezel wordt benaderd, wat u kunt doen om niet in de trucs van criminelen te trappen en nog meer vindt u op veiligbankieren.nl
Bent u slachtoffer van fraude, dan kunt u met vragen of voor een melding terecht bij de Fraudehelpdesk.
Uitspraak van de Hoge Raad van 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720
Uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden, 9 november 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10752
Uitspraak van het Hof Den Bosch 1 november 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4848
Uitspraak van het Hof Den Bosch 4 februari 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:442
Uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 26 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:494
Uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden 7 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8710
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG)
Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft)
Artikel 6:248 Burgerlijk Wetboek
Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI)
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.