Kifid KennisZijn de kosten voor mijn levensverzekering met garantiekapitaal niet te hoog?
Geplaatst op
6 september 2021De situatie
U heeft een levensverzekering met een gegarandeerd kapitaal afgesloten bij een verzekeraar: op de einddatum wordt een afgesproken bedrag uitgekeerd. Ook keert de verzekering een bedrag uit wanneer u (of uw partner) gedurende de looptijd overlijdt. U betaalt hiervoor een vaste premie. In de media leest u over de aanzienlijke kosten die bij sommige beleggingsverzekeringen in rekening zijn gebracht. U vraagt zich af hoe dat bij uw verzekering zit en wat u tegen de verzekeraar kunt ondernemen wanneer u de kosten te hoog vindt of wanneer de verzekeraar weigert ze inzichtelijk te maken.
De algemene regel
Tijdens het afsluiten van de levensverzekering met garantiekapitaal bent u met de verzekeraar de hoogte van de premie en het uiteindelijk uit te keren bedrag overeengekomen. De verzekeraar heeft in de premie kosten verwerkt. Belangrijk is dat u bij het sluiten van de verzekering bekend was met de verhouding tussen de premie en het eindkapitaal. Daarmee heeft u automatisch ook met de onderliggende kostenstructuur ingestemd. De verzekeraar mocht de kosten in rekening brengen en hoeft ze niet inzichtelijk te maken.
Twee voorbeelden
Een consument heeft een levensverzekering afgesloten. De verzekeraar zal bij in leven zijn van de consument op de einddatum een bedrag uitkeren van 86.851 euro en bij voortijdig overlijden een bedrag van 90.756 euro. De verzekering kent een minimumpremie van 1.200 euro per jaar. Om binnen de looptijd het gewenste kapitaal van de consument te bereiken is een jaarlijkse premie van 5.300 euro nodig.
De consument beklaagt zich omdat de verzekeraar volgens hem te veel kosten inhoudt. Had hij dat geweten, zegt hij, dan had hij zich beperkt tot de minimale premie van 1.200 euro. Nu hij een hogere premie heeft betaald en meer kosten verschuldigd is dan wanneer hij gekozen had voor de minimale premie, heeft hij naar eigen zeggen met een woekerpolis (beleggingsverzekering) te maken.
De verzekeraar legt uit dat over de eerste 1.815 euro premie per jaar 17,5 procent kosten worden berekend. Over het meerdere wordt 2 procent ingehouden. In de verzekeringsvoorwaarden staat dat kosten in rekening worden gebracht. De consument kende bij het aangaan van de levensverzekering het minimaal uit te keren bedrag en de hoogte van de premie. Een uitleg van de kostenstructuur is niet van toegevoegde waarde, vindt de verzekeraar.
De Geschillencommissie stelt dat het hier gaat om een garantieverzekering. Dat de consument een hoger bedrag heeft ingelegd dan de minimale premie doet hieraan niets af. De verschuldigde premie en de prestatie die daar tegenover staat, zijn immers op voorhand bepaald. Had de consument een andere premie wensen te betalen, dan had hij daarnaar moeten informeren. De Geschillencommissie is van mening dat de met de verzekering gemoeide kosten niet relevant zijn, nu de consument uitdrukkelijk met de prijs (de premie) en de daarvoor te verkrijgen prestatie (het garantiekapitaal) heeft ingestemd.
De gelijkenis met beleggingsverzekeringen gaat niet op. De kosten die op beleggingsverzekeringen in mindering worden gebracht, zijn direct van invloed op het rendement en daarmee op het uiteindelijke kapitaal. Om deze reden is het bij een beleggingsverzekering, anders dan bij een verzekering met een gegarandeerd eindkapitaal, van belang dat een consument wél geïnformeerd wordt over de ingehouden kosten.
(GC 2017-034)
Een echtpaar heeft een spaarverzekering afgesloten met als doel daarmee op termijn de hypotheek (gedeeltelijk) af te lossen. De maandpremie is bij aanvang 74 euro, maar wordt later bijgesteld naar 117 euro. Er is een kapitaal van 37.500 euro verzekerd bij het in leven zijn op de einddatum. Bij overlijden van een van de twee echtgenoten wordt 110 procent van het gespaarde bedrag uitgekeerd. Daarmee is het overlijdensrisico meeverzekerd.
In de voorwaarden staat dat de verzekeraar de premie kan aanpassen als gevolg van rentewijzigingen. Ook staat er dat er kosten worden ingehouden en een risicopremie voor het overlijdensrisico. Op het polisblad staat dat het echtpaar maandelijks 3,63 euro aan kosten betaalt over het spaartegoed en dat de verzekeraar daarnaast 3 procent aan kosten inhoudt op alle betaalde premies.
Het echtpaar koopt de verzekering in 2016 af en beklaagt zich bij de verzekeraar over een aantal zaken. Zij stellen dat er wel sprake moet zijn van verborgen kosten, omdat zij volgens een eigen berekening een veel hoger eindkapitaal zouden kunnen bereiken. Ook wisten ze niet dat er overlijdensrisicopremies aan de waarde van de verzekering zouden worden onttrokken en hadden die premies bovendien moeten dalen omdat overlijdensrisicoverzekeringen in die periode marktbreed goedkoper werden door de gestegen levensverwachting. Tot slot beklagen zij zich erover dat de premie na een renteverlaging van 5,7 naar 3,4 procent fors naar boven werd bijgesteld om het garantiekapitaal te kunnen blijven behouden. Zij stellen dat daarmee de vaste verhouding tussen premie en prestatie wegvalt.
De Geschillencommissie van Kifid buigt zich over al deze klachten en stelt voorop dat bij een levensverzekering met een garantiekapitaal de verzekeraar géén specificatie hoeft te geven over de opbouw van de premie. De premie bestaat uit kosten, een spaardeel en een risicopremie voor het overlijdensrisico. Die onderliggende structuur zichtbaar maken hoeft niet, omdat duidelijk is welk bedrag op de einddatum of bij eerder overlijden wordt uitgekeerd en welke premie hiervoor betaald moet worden. De consument kan bij het aangaan van de verzekering afwegen welke premie hij bereid is te betalen voor welk verzekerd kapitaal en heeft met deze verhouding tussen premie en prestatie ingestemd. Ook stond in de voorwaarden wel degelijk dat er een risicopremie zou worden ingehouden en was de verzekeraar niet verplicht om rekening te houden met de toegenomen levensverwachting.
Dat na een wijziging van de hypotheekrente de premie wordt aangepast om het kapitaal te behalen is conform de voorwaarden, zegt de Geschillencommissie, en verandert het karakter van het product niet. De Geschillencommissie wijst erop dat een lagere hypotheekrente weliswaar leidt tot een hogere premie, maar anderzijds ook tot lagere maandlasten. Al met al concludeert de Geschillencommissie dat van verborgen kosten geen sprake is. (GC 2020-1094)
Uitleg
Een levensverzekering met gegarandeerd kapitaal is een financieel product dat zowel uitkeert wanneer de verzekerde op de einddatum nog in leven is, als wanneer de verzekerde tijdens de looptijd overlijdt.
Het belangrijkste kenmerk van de levensverzekering met gegarandeerd kapitaal is dat de verhouding tussen de premie en het eindkapitaal bij het sluiten van de verzekering vaststaat. De premie is een optelsom van spaarbedrag, kosten en risicopremie. De kosten zijn al in de te betalen maandpremie meegenomen en hebben geen invloed op de eindwaarde die aan de consument zal worden uitgekeerd: die uitkomst staat immers vast.
Sommige consumenten betogen dat de verhouding tussen premie en opbrengst niet vaststaat wanneer de verzekeraar tussentijds de premie kan aanpassen als gevolg van een rentewijziging. Zij zien daarin een reden om aan te nemen dat ze niet met een levensverzekering met garantiekapitaal te maken hebben. Dat argument gaat niet op zolang in de voorwaarden staat in welke situaties de premie mag worden aangepast om het einddoel te kunnen bereiken. Een gestegen premie is doorgaans het gevolg van een gedaalde hypotheekrente. Als gevolg daarvan dalen ook de maandlasten van de hypotheek.
Het grote verschil met een beleggingsverzekering is dat daar het beleggingsrisico bij de consument ligt. De eindwaarde is onzeker omdat die afhankelijk is van het beleggingsrendement. Bij een beleggingsverzekering is het daarom van belang dat verzekerden weten met welk deel van de premie wordt belegd. De verzekeraar is in die gevallen wél verplicht om de verzekerde te informeren over de kosten die in rekening worden gebracht. Dat inzicht is ook van belang om verzekeraars met elkaar te kunnen vergelijken.
In sommige zaken voeren consumenten aan dat de ingehouden premie voor het overlijdensrisico te hoog is, en dat de verzekeraar recentere (en voor de consument gunstiger) sterftetafels met levensverwachting had moeten gebruiken. Een verzekeraar is hiertoe echter niet verplicht.
De verzekeraar is niet verplicht om inzicht te verschaffen in de precieze kostenstructuur. U kunt dat, anders dan bij beleggingsverzekeringen, niet afdwingen. U wist wat u kreeg en tegen welke prijs en heeft daarmee ingestemd. De kosten zijn daarom niet relevant.
Sommige verzekeraars bieden naast het garantiekapitaal een winstuitkering of winstdeling. Deze laatste is onzeker. Dat maakt echter niet dat de aard van het product als geheel wijzigt. Wel moet helder zijn welk deel van de op te bouwen waarde gegarandeerd is en welk deel een prognose.
Tip
Wilt u nagaan of u een beleggingsverzekering of zogenoemde woekerpolis heeft? Het moet dan gaan om een verzekering waarbij de eindwaarde niet vast staat, maar afhankelijk is van beleggingsresultaten.
Lees hier meer informatie:
- Op www.kifid.nl/beleggingsverzekeringen/ vindt u meer informatie over hoe Kifid klachten over beleggingsverzekeringen beoordeelt.
- Op de website van Nibud vindt u informatie om uw beleggingsverzekering te checken.
- Op de website van AFM meer informatie over verschillende soorten beleggingsverzekeringen.
Meer over dit onderwerp
Artikel 217 Burgerlijk Wetboek Boek 6 (aanbod en aanvaarding)
De informatie in dit Kennisdocument is bedoeld om u inzicht en achtergrond te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat. Dit kan u helpen bij de voorbereiding van uw eigen zaak. Uiteraard is elke situatie anders. In uw klachtzaak kan een omstandigheid spelen die wij hier niet hebben genoemd.