Kifid: adviseur moet expliciet wijzen op premiedaling ORV
Geplaatst op
4 september 2019In de categorie
UitspraakAfgelopen jaar heeft Kifid bijna honderd klachten van consumenten ontvangen over hun overlijdensrisicoverzekering (ORV) afgesloten door tussenkomst van een financieel adviseur. In twee vandaag gepubliceerde uitspraken concludeert de Geschillencommissie dat de financieel adviseurs deze consumenten hadden moeten wijzen op de premiedalingen in de levensverzekeringsmarkt. Beide financieel adviseurs zijn tekort geschoten in hun beperkte zorgplicht. Om voor een schadevergoeding in aanmerking te komen, moet de consument aantonen dat hij daadwerkelijk schade heeft geleden. In de ene zaak slaagt de consument daar niet in. In de andere zaak heeft de consument daadwerkelijk een nieuwe ORV afgesloten tegen een aanzienlijke lagere premie. De financieel adviseur moet aan deze consument de gemiste premiebesparing, naar schatting ruim 900 euro, vergoeden.
In deze twee klachtzaken gaat het over overlijdensrisicoverzekeringen die consumenten hebben afgesloten door tussenkomst van een financieel adviseur. De ene ORV is in april 2011 afgesloten via De Hypotheker Emmeloord. De verzekerde uitkering is 75.000 euro tegen een maandelijkse premie van 26,54 euro. De andere ORV is in december 2009 afgesloten via VLIEG Advies Groep. De verzekerde uitkering is 295.000 euro tegen een premie van 91,45 euro per maand. Beide consumenten beklagen zich in het najaar van 2018 bij hun financieel adviseur. Zij stellen de financieel adviseurs aansprakelijk voor de gemiste premiebesparing, omdat deze adviseurs hen niet tijdig hebben geïnformeerd over de sterke premieverlagingen van ORV’s. Volgens de financieel adviseurs zijn zij noch wettelijk noch contractueel verplicht om hun klanten te wijzen op premiewijzigingen bij een nieuwe ORV in het algemeen, nu de premie van de betreffende ORV niet verandert.
Informatie- en zorgplicht
Een consument mag van een redelijk bekwaam en redelijk handelend verzekeringsadviseur verwachten dat deze de belangen van de verzekeringnemers in het oog houdt. Dat brengt mee dat de verzekeringsadviseur verplicht is om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in portefeuille heeft, aldus de Geschillencommissie. Die verplichting is gegeven de aard van de verzekering en de omvang van de provisie beperkt. De adviseurs vinden dat aan die beperkte zorgplicht is voldaan. Consumenten hebben algemene mailings ontvangen, er zijn meerdere contactmomenten geweest en ze zijn uitgenodigd voor een evaluatie van de klantsituatie of er is gesproken over de bestaande hypotheek. Voor de Geschillencommissie is hiermee niet voldaan aan de beperkte zorgplicht. Vanwege de ontwikkelingen in de levensverzekeringsmarkt mogen consumenten van hun adviseur een meer actieve houding verwachten. De financiële adviseurs hadden deze consumenten expliciet moeten wijzen op de premieverlagingen van ORV’s in het algemeen. En ook de Wet op het financiële toezicht (Wft) verplicht financiële dienstverleners consumenten gedurende de looptijd van een overeenkomst te informeren. Immers, voor een adequate beoordeling van een ORV speelt niet alleen de premie van de betreffende ORV een rol, maar ook de premieontwikkelingen van ORV’s in het algemeen. Voor zover informatie over deze ontwikkelingen vervolgens leidt tot een adviesgesprek, is het redelijk dat de financieel adviseur voor zo’n gesprek advieskosten in rekening brengt.
Schade
Voor beide klachtzaken geldt dat de financieel adviseurs hun beperkte zorgplicht niet zijn nagekomen. Het is vervolgens aan betrokken consumenten om aan te tonen dat zij als gevolg hiervan daadwerkelijk financiële schade hebben geleden. De ene consument slaagt daar wel in, de andere consument niet. Een consument heeft geen actie ondernomen om zijn ORV aan te passen of over te sluiten sinds hij op de hoogte is van de premiedalingen ORV. Omdat niet is aangetoond dat deze consument zijn ORV kon aanpassen of oversluiten tegen een lagere premie, is niet vast te stellen of deze consument daadwerkelijk schade heeft geleden. Daarom kan van een schadevergoeding door De Hypotheker Emmeloord geen sprake zijn.
De consument in de andere klachtzaak heeft wel daadwerkelijk schade geleden. Zodra hij bekend was met de premiedalingen ORV, is hij in actie gekomen. Hij heeft een nieuwe ORV afgesloten tegen een aanzienlijk lagere premie. Het is moeilijk vast te stellen op welk moment de consument zijn verzekering zou hebben overgesloten, als hij eerder was geïnformeerd. De Geschillencommissie heeft een schatting gemaakt van de totale gemiste premiebesparing. VLIEG Advies Groep moet ruim 900 euro aan de betrokken consument vergoeden.
Meer klachten
Kifid heeft op dit moment bijna honderd soortgelijke klachten in behandeling. Bij de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie vasthouden aan de lijn zoals in deze uitspraken en in de eerdere uitspraak GC 2018-339 van mei 2018 uiteengezet. Vanzelfsprekend wordt iedere klacht op zijn eigen merites beoordeeld en kunnen specifieke omstandigheden ertoe leiden dat een uitspraak afwijkt.
Beroep
De uitspraak GC 2019-623 over de klacht van een consument tegen De Hypotheker Emmeloord is bindend. De uitspraak GC 2019-625 over de klacht van een consument tegen VLIEG Advies Groep is niet-bindend. Vanwege het belang van deze uitspraken voor zowel de consumenten als de financiële dienstverleners heeft de Geschillencommissie bepaald dat voor beide partijen beroep mogelijk is bij de Commissie van Beroep.
Algemeen
In algemene zin geldt dat consumenten die een overlijdensrisicoverzekering willen oversluiten, er goed aan doen zich daarover zorgvuldig te laten informeren en eventueel te laten adviseren door een financieel adviseur. Niet alleen de prijs, maar ook acceptatiecriteria, voorwaarden en wat dekt de verzekering wel en niet, spelen daarbij een rol. Verzekeraars zijn niet verplicht om nieuwe aanvragers te accepteren en vragen mogelijk gezondheidswaarborgen. Zo kan de verzekerde te maken krijgen met een zogenoemde carenzperiode; dit is de periode waarin de verzekeraar niet hoeft uit te keren wanneer een verzekerd risico zich al daadwerkelijk voordoet.