Mijn Kifid

Kifid: beleggingsonderneming mag berekening margin bij opties binnen 4,5 maand wijzigen

ABN AMRO mag een gewijzigde berekening van de marginverplichting voor opties binnen 4,5 maand doorvoeren, zo blijkt uit een uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid. Een belegger heeft zich tevergeefs bij Kifid beklaagd over de gewijzigde marginberekening en de door de bank gebruikte overgangstermijn. De Geschillencommissie concludeert dat de bank met de wijziging van de marginberekening invulling geeft aan haar zorgplicht. En het is niet aannemelijk geworden dat een overgangstermijn van langer dan 4,5 maand voor de belegger minder nadelig zou zijn geweest.

De belegger heeft een beleggingsrekening bij de bank en kan handelen in opties. Eind augustus 2018 laat de bank aan de belegger weten dat de berekening van de margin voor ongedekt geschreven opties per 19 januari 2019 verandert. De belegger zal vanaf dat moment op zijn beleggingsrekening een hogere margin moeten aanhouden.

De belegger erkent dat de bank volgens de Voorwaarden Opties de marginberekening mag wijzigen. Maar de tijd die hem wordt gegeven, vindt hij te kort. De belegger voelt zich voor het blok gezet en vraagt meer tijd. Hij vindt dat de bank hem vanwege de aard en omvang van zijn eerder aangehouden optieposities een jaar de tijd had moeten gunnen. De bank gaat daar niet in mee. Vanaf 19 januari 2019 moet de belegger voldoen aan de margin volgens de nieuwe berekening.

Bescherming

In deze klachtzaak draait het om de marginverplichting bij opties. Een beleggingsonderneming is verplicht te zorgen dat een niet-professionele belegger voortdurend voldoende financiële middelen heeft om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit opties. Een van de doelen van marginbewaking is bescherming van de belegger. Zonder het bewaken van de margin, loopt de belegger het risico op snel en hoogoplopende verliezen.

De Geschillencommissie constateert dat de bank volgens de Voorwaarden Opties de marginberekening mag wijzigen. Het is niet gebleken dat de manier waarop de bank dit heeft gedaan naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is of in strijd met haar zorgplicht. Van belang is daarbij dat de oude marginberekening (voor 19 januari 2019) onvoldoende bescherming bood tegen risico’s die beleggers niet willen of kunnen dragen, aldus de Geschillencommissie. Om die reden concludeert de Geschillencommissie dat de bank door het wijzigen van de marginberekening haar zorgplicht heeft vervuld.

Niet minder nadeel

Of een langere periode dan 4,5 maand voor de belegger financieel minder nadelig zou zijn geweest, is zeer de vraag. Als de belegger een jaar de tijd had gehad voor aanpassing, had hij mogelijk sommige optieposities met minder verlies kunnen sluiten. Maar evengoed is het denkbaar dat hij te maken had kunnen krijgen met aanzienlijk hogere verliezen op zijn optieposities. De Geschillencommissie vindt het daarom niet aannemelijk dat een langere termijn minder nadelig zou zijn geweest.

De uitspraak (GC 2019-869) in de klacht van deze consument tegen ABN AMRO is bindend.

Ook interessant