Kifid: geen coulance van verzekeraar; verlengd verblijf vanwege overlijden niet vergoed
Geplaatst op
10 januari 2018In de categorie
UitspraakEind september 2016 bezoekt een consument zijn zieke schoonvader in Suriname. Op 4 oktober zou hij terugvliegen naar Nederland. Vanwege het overlijden van zijn schoonvader op 3 oktober 2016 en de daaropvolgende crematie stelt de consument zijn terugreis uit. De kosten voor een nieuw vliegticket evenals de schade vanwege gestolen bagage claimt de consument tevergeefs bij zijn verzekeraar Allianz. Kosten vanwege een verlenging van het verblijf worden niet gedekt door de verzekeringsovereenkomst. De verzekeraar is niet bereid gebleken om de kosten voor verlengd verblijf uit coulance te vergoeden.
Consument heeft een doorlopende reis- en annuleringsverzekering bij Allianz. In de verzekeringsvoorwaarden staat vermeld dat bij overlijden van niet-meereizende familie in eerste of tweede graad de extra kosten van terugreizen naar Nederland per openbaar vervoer; noodzakelijke kosten
worden vergoed. Datzelfde geldt voor extra kosten van terugkeer naar de vakantiebestemming voor maximaal vier personen; mits zij drie dagen voor het geplande einde van de reis zijn teruggekomen
.
Geen coulance
De Geschillencommissie van Kifid stelt vast, in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad, dat de verzekeraar in de verzekeringsvoorwaarden kan omschrijven wat er wel (of niet) onder dekking van de verzekering valt. De verzekeringsvoorwaarden van deze reis- en annuleringsverzekering dekken – letterlijk genomen – de kosten van verlengd verblijf in deze situatie niet. De Geschillencommissie toont begrip voor het feit dat de consument wegens de crematie van zijn schoonvader zijn terugkeer naar Nederland heeft uitgesteld, maar stelt vast dat de verzekeringsvoorwaarden geen grond voor vergoeding bieden. De verzekeraar heeft in deze klacht niet aangegeven een uitkering te willen doen uit coulance; de extra kosten blijven dan ook voor rekening van de consument.
Voor wat betreft de vermeende gestolen bagage, concludeert de Geschillencommissie dat er onvoldoende bewijs is geleverd door de consument. Consument kan geen proces-verbaal van de aangifte bij de politie overleggen. Ook zijn er geen andere documenten of verklaringen van derden beschikbaar, die aannemelijk maken dat de bagage daadwerkelijk is gestolen. Een schadeclaim voor gestolen bagage is daarom niet aan de orde, zo blijkt uit de uitspraak.
De uitspraak (GC 2017-865) in deze klacht van een consument tegen verzekeraar Allianz is bindend.
Volg ons ook via twitter @Kifid_Den_Haag