Mijn Kifid

Kifid: rekening houden met rente-op-rente-effect in compensatieregeling niet verplicht

Bij het berekenen van de compensatie voor te veel betaalde rente op doorlopend krediet hoeft ABN AMRO geen rekening te houden met het ‘rente op rente-effect’ zoals door de consument voorgesteld. Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid. Daarnaast oordeelt de Geschillencommissie dat voor het berekenen van de compensatie voor een Privélimiet Plus-krediet de bank de referentierente voor doorlopend krediet moet gebruiken zoals in 2019 door de Commissie van Beroep is vastgesteld.

 

Een consument heeft bij ABN AMRO drie verschillende kredieten met variabele rente. Het gaat om twee doorlopend kredieten (Flexibel Krediet en Internet Voordeel Krediet) en een kredietfaciliteit voor roodstaan, het zogenoemde Privélimiet Plus. In mei 2018 zijn alle drie kredieten bij dezelfde bank overgesloten naar een aflopend krediet. In lijn met de Kifid-uitspraken over variabele rente op doorlopend krediet komt de consument in aanmerking voor compensatie van te veel betaalde rente. De bank en de consument worden het niet eens over de manier waarop de compensatie moet worden berekend. Daarnaast wil de bank voor het berekenen van de compensatie voor het Privélimiet Plus-krediet een andere referentierente gebruiken dan de referentierente voor het doorlopend krediet. Het zijn deze twee twistpunten waarover de Geschillencommissie in deze klachtzaak heeft moeten oordelen.

 

Rente op rente, wel of geen rekening mee houden?

Voor het berekenen van de compensatie heeft de bank gekeken naar wat er maandelijks te veel of te weinig aan rente is betaald. De optelsom van die maandelijkse bedragen is wat betreft de bank het bedrag dat de consument alsnog krijgt voor te veel betaalde rente op zijn doorlopend krediet. De bank houdt geen rekening met de situatie dat wanneer de juiste rente was berekend, de consument het te veel betaalde bedrag aan rente had kunnen gebruiken voor het aflossen van zijn krediet. Hierdoor zou in een opvolgende maandtermijn de rente dan zijn berekend over een lager bedrag. De consument is van mening dat de bank met dit zogenoemde rente op rente-effect rekening moet houden bij berekening van de compensatie, door de consument de Barabas-methode genoemd. De bank bestrijdt dit. Voor het doorlopend krediet geldt geen aflossingsverplichting en uit niets is gebleken dat de consument zijn schuld wilde afbouwen of dat hij bij lagere rentebetalingen meer zou hebben afgelost, aldus de bank.

 

Alleen wat te veel is betaald, moet terugbetaald

De Geschillencommissie stelt vast dat het bedrag dat te veel aan rente is betaald door de bank moet worden terugbetaald. Het gaat hier om een bedrag dat onverschuldigd is betaald en dat is iets anders dan een schadevergoeding. Voor een onverschuldigde betaling geldt dat alleen datgene wat te veel is betaald, moet worden terugbetaald. Daarom hoeft de bank voor de berekening van het compensatiebedrag geen rekening te houden met het rente op rente-effect. Wel heeft deze consument vanaf 2 oktober 2020 recht op wettelijke rente over de onverschuldigde betaling, in dit geval dus over het compensatiebedrag. De Geschillencommissie sluit met dit oordeel aan op de lijn zoals de Commissie van Beroep eerder uiteen heeft gezet in haar uitspraken (o.a. CvB 2021-0015). In haar uitspraak merkt de Geschillencommissie op dat andere kredietverstrekkers compensatieregelingen voor te veel betaalde rente op doorlopend krediet hebben opgesteld waarbij wel rekening wordt gehouden met rente op rente. ABN AMRO is op dit punt een andere mening toegedaan en de Geschillencommissie ziet geen juridische reden om deze bank te verplichten om wel rekening te houden met rente op rente.

 

Referentierente doorlopend krediet ook voor Privélimiet Plus

De bank is van mening dat het krediet voor rood staan zodanig anders is, dat hiervoor een andere referentierente zou moeten gelden dan voor het reguliere doorlopend krediet. De Geschillencommissie ziet dat anders. Voor de consument is het Privélimiet Plus-krediet zeer vergelijkbaar met het doorlopend krediet. Daarnaast is het wenselijk om met de toepassing van referentierentes minimaal te differentiëren, zodat het voor de consument werkbaar, kenbaar en overzichtelijk blijft. Er is onvoldoende reden voor de Geschillencommissie om voor het Privélimiet Plus-krediet een afwijkende referentierente vast te stellen. De bank moet voor het berekenen van de te veel betaalde rente voor het Privélimiet Plus-krediet gebruikmaken van de referentierente voor doorlopend krediet, zoals eerder door de Commissie van Beroep vastgesteld op basis van het Deskundigenrapport (CvB 2019-005B en CvB 2019-005C). Deze referentierente is het gemiddelde van vergelijkbare rentes en kenbaar uit openbare bronnen. Het verloop van het gemiddelde weerspiegelt de beweging in de relevante markt.

 

Meer klachten

Kifid heeft meerdere soortgelijke klachten van consumenten over de manier waarop ABN AMRO de compensatie voor mogelijk te veel betaalde rente berekent en over mogelijk te veel betaalde rente voor Privélimiet Plus-krediet bij ABN AMRO. Kifid gaat kijken hoe en wanneer we deze tot nog toe aangehouden klachten kunnen afhandelen. De betrokken consumenten ontvangen over wat dit betekent voor het vervolg van hun klachtprocedure uiterlijk voor 1 maart 2022 van Kifid bericht. Bij de beoordeling van soortgelijke klachten zal de Geschillencommissie de lijn volgen zoals in de uitspraak GC 2022-0047 uiteengezet. Vanzelfsprekend wordt iedere klacht op zijn eigen omstandigheden beoordeeld en kunnen specifieke omstandigheden ertoe leiden dat een uitspraak afwijkt.

 

Deze uitspraak GC 2022-0047 over de klacht van een consument tegen ABN AMRO is bindend.

Ook interessant