Kifid: Yarden mag ook vóór 1993 afgesloten pakketpolis eenzijdig aanpassen
Geplaatst op
6 oktober 2020In de categorie
UitspraakVanwege de financiële situatie van Yarden mag de verzekeraar de voorwaarden van de pakketpolis eenzijdig wijzigen, ook als het uitvaartdienstenpakket voor 1993 was ondergebracht bij de Vereniging voor Crematie AVVL. Zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid. De en-bloc-bepaling in de verzekeringsvoorwaarden maakt dit mogelijk. De statuten van de Vereniging voor Crematie AVVL, een rechtsvoorganger van Yarden, kenden een soortgelijke bepaling. De Geschillencommissie concludeert dat niet is gebleken dat de omzetting in 1993 van het lidmaatschap van de Vereniging voor Crematie AVVL naar een verzekering van AVVL Uitvaartzorg N.V. invloed heeft gehad op het rechtenpakket van de polishouder.
De uitspraak van de Geschillencommissie over deze klachtzaak ligt in lijn met de twee eerder gedane uitspraken over de natura-uitvaartverzekering van Yarden. De wijziging van de natura-uitvaartverzekering is nodig, omdat Yarden anders onvoldoende buffers heeft om in de toekomst haar financiële verplichtingen te kunnen nakomen. De wijziging van de voorwaarden is ook nodig om een nadeliger scenario voor de verzekeringnemers te voorkomen. In de behandeling en beoordeling van deze klachtzaak heeft de Geschillencommissie geen aandacht gegeven aan een recente uitspraak van de kantonrechter van rechtbank Midden-Nederland, omdat die uitspraak niet meer is dan een voorlopige voorziening en geen inhoudelijk oordeel bevat.
Een natura-uitvaartverzekering zoals de pakketpolis geeft recht op een bepaald aantal vooraf overeengekomen producten en diensten. Dit in tegenstelling tot een zogenoemde ‘sommenverzekering’, die na overlijden een vast bedrag uitkeert. De verzekeraar heeft de pakketpolis gewijzigd, waardoor de kostenstijgingen van de producten en diensten vanaf 1 januari 2020 voor rekening komen van de verzekeringnemer. Een consument heeft zich hierover beklaagd bij Kifid en wil dat zijn natura-uitvaartverzekering ongewijzigd wordt voortgezet. Hij vindt dat de en-bloc-bepaling onduidelijk en onredelijk bezwarend is. En hij stelt dat de verzekeraar hem in 1993 niet correct heeft geïnformeerd over de gevolgen van het overbrengen van de natura-uitvaartvoorziening van de Vereniging voor Crematie AVVL in AVVL Uitvaarzorg N.V. De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de wijziging van de pakketpolis nodig is om te voldoen aan de wettelijke solvabiliteitseisen. In 2018 is gebleken dat de verzekeraar daar niet meer aan voldoet. Om voldoende financiële buffers te hebben voor de toekomst heeft de verzekeraar een herstelplan moeten indienen bij de Nederlandsche Bank (DNB). Onderdeel van dit herstelplan is de maatregel om de rechten van de verzekeringnemers met een natura-uitvaartverzekering te beperken.
Rechtenpakket ongewijzigd
De verzekeraar hoefde in 1993 geen nadere toelichting te geven op de voorwaarden van de natura-uitvaartverzekering. Het is niet gebleken dat het overbrengen van de natura-uitvaartvoorziening van de Vereniging voor Crematie AVVL in AVVL Uitvaartzorg N.V. invloed heeft gehad op het rechtenpakket van de verzekerde. Ook bij de Vereniging kon het verzekerde pakket tot een bepaald bedrag worden gewijzigd. De Geschillencommissie leidt dit af uit artikel 5 van de Statuten van de Vereniging.
Verzekeringsvoorwaarden aanvaard
De Geschillencommissie heeft geen reden om iets anders aan te nemen dan dat de algemene ledenvergadering van de Vereniging AVVL in 1993 heeft ingestemd met de omzetting van het lidmaatschap van de AVVL naar een verzekering van AVVL Uitvaartzorg N.V. De consument heeft tegen de toepassing van de verzekeringsvoorwaarden nooit geprotesteerd. In 1993 is een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de consument de voorwaarden stilzwijgend heeft geaccepteerd, zo staat in de uitspraak.
Wijziging alleen bij uitzonderlijke omstandigheden
De verzekeraar mag volgens de en-bloc-bepaling in de voorwaarden de verzekering eenzijdig wijzigen. De Geschillencommissie merkt op dat een dergelijke eenzijdige bevoegdheid in beginsel niet past bij de aard van een verzekeringsovereenkomst. Doel van een verzekering is immers dat de verzekeringnemer een bepaald risico (onzekerheid) overdraagt aan de verzekeraar tegen betaling van premie. De verzekeraar mag alleen onder uitzonderlijke omstandigheden van de eenzijdige wijzigingsbevoegdheid gebruikmaken, aldus de Geschillencommissie.
Nadeliger scenario voorkomen
Het herstelplan van de verzekeraar omvat meerdere maatregelen. Om te kunnen voldoen aan de door DNB vereiste solvabiliteit, waren de andere maatregelen niet voldoende. De verzekeraar heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat beperking van de rechten van de consumenten met een pakketpolis noodzakelijk was om weer te kunnen voldoen aan de wettelijke solvabiliteitseisen. Dit mede om een nog slechter scenario, zoals een faillissement van verzekeraar, te voorkomen. In een dergelijke situatie zouden de consumenten met een pakketpolis slechter af zijn. Gelet op alle feiten en genoemde omstandigheden is het beroep door de verzekeraar op de en-bloc-bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. De verzekeraar hoeft de doorgevoerde wijziging van de pakketpolis per 1 januari 2020 niet ongedaan te maken. De jaarlijkse kostenstijgingen van de diensten en producten uit de pakketpolis zullen vanaf 1 januari 2020 voor rekening van de verzekeringnemer komen.
Meer klachten
Kifid heeft nog ruim 120 klachten over de Yarden-pakketpolis ontvangen. Kifid zal met de consumenten van de tot nog toe aangehouden klachten contact opnemen over hoe het nu verder gaat met hun klacht. Voor zover het klachten betreft over een pakketpolis, zal de Geschillencommissie bij de beoordeling van deze klachten vasthouden aan de lijn zoals uiteengezet in de drie tot nog toe gepubliceerde uitspraken.
De uitspraak GC 2020-806 van een consument tegen Yarden is niet-bindend.