Redelijkheid voor Geschillencommissie reden om restschuld hypotheek in te dammen
Geplaatst op
18 augustus 2012In de categorie
OrganisatieBijzondere omstandigheden, waaronder een te hoge boeterenteberekening door de bank, zijn voor de Geschillencommissie van Kifid reden om de restschuld van een hypotheek op grond van redelijkheid en billijkheid met terugwerkende kracht tot een jaar na verkoop van de woning te fixeren. Het oordeel van de Commissie betekent dat een consument weliswaar de restschuld moet terugbetalen, maar door het fixeren op een eerder tijdstip, is deze schuld aanzienlijk verminderd.
Consument en zijn voormalige partner konden niet langer aan de verplichtingen van hun hypothecaire geldlening voldoen met als gevolg dat de bank hun woning na toestemming van de voorzieningenrechter heeft verkocht. De restschuld is nadien aanzienlijk opgelopen door de boeterente die de bank gedurende ruim vijf jaar in rekening heeft gebracht.
Consument kon echter door zijn slechte en wegens arbeidsongeschiktheid vrij uitzichtloze financiële positie zo weinig terugbetalen, dat nagenoeg alleen boeterente kon worden betaald. Aflossing van de restschuld binnen enigszins afzienbare termijn was niet mogelijk. De Commissie is van oordeel dat dit laatste voor de bank in elk geval na een jaar duidelijk had moeten zijn. Desondanks is de bank doorgegaan met het in rekening brengen van boeterente en deurwaarderskosten. De bank is consument pas na vijf jaar tegemoetgekomen door het openstaande bedrag vanaf dat moment te fixeren.
Onder deze bijzondere omstandigheden acht de Commissie het redelijk dat de restschuld wordt vastgelegd op een eerder tijdstip. Deze beslissing vindt zijn grondslag in artikel 40.8 sub e van het Reglement van de Geschillencommissie. Dit artikel verschaft de Commissie de bevoegdheid een beslissing te geven die zij redelijk en billijk acht ter beëindiging van het geschil. Zij beschikt daarmee over een ruime mogelijkheid om overeenkomsten aan passen waardoor consumenten buitengewoon zwaar worden benadeeld.