Vordering advocaatkosten ondanks DAS/Sneller-arrest toch verjaard
Geplaatst op
21 december 2015In de categorie
OrganisatieDe Geschillencommissie van Kifid heeft een vordering tot vergoeding van in 2003 door een rechtsbijstandsverzekerde gemaakte advocaatkosten op grond van verjaring afgewezen. Het geschil handelde over de vraag of de vordering mogelijk niet was verjaard toen het Europees Hof van Justitie op 7 november 2013 het DAS/Sneller-arrest (C-442/12) wees. Volgens dit arrest is een rechtsbijstandsverzekeraar gehouden de kosten te vergoeden van de advocaat die een verzekerde zelf heeft ingeschakeld.
Verjaringstermijn
Artikel 7:942 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt wanneer een rechtsvordering tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart. Deze termijn is drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. In dit geschil meende verzekerde begin oktober 2003 aanspraak te kunnen maken op vergoeding van zijn advocatenkosten. Hij moet toen al bekend zijn geweest met de opeisbaarheid van die kosten. Midden oktober 2003 heeft DAS de vordering afgewezen. Een dag later is vervolgens de verjaring gaan lopen. De gememoreerde verjaringstermijn was bij het arrest in 2013 dan ook reeds lang verlopen. Bovendien was de verjaring tussentijds niet gestuit.
Juridische beoordeling
De omstandigheid dat het Hof van Justitie in 2013 oordeelde dat een rechtsbijstandsverzekeraar gehouden is de kosten te vergoeden van de door een verzekerde zelf ingeschakelde advocaat doet hier niet aan af. Hetzelfde geldt voor de bewering dat verzekerde pas daarna kon weten dat het standpunt van DAS onjuist was. In dit verband wordt verwezen naar een uitspraak van de Hoge Raad van 26 november 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AR1739). De Hoge Raad overwoog hierin dat bekendheid met de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden van de vordering geen vereiste is voor het aanvangen van de verjaringstermijn. De Geschillencommissie van Kifid heeft de vordering van verzekerde daarom op grond van verjaring afgewezen.
Lees hier de volledige uitspraak